Artikel 3 Goedkeuringswet van 12 december 2002

Uit NeBelEx Wiki
Versie door Eric Hoepelman (Overleg | bijdragen) op 14 mrt 2012 om 23:06

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Wettekst

1. In afwijking van de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet inkomstenbelasting 2001 bedraagt de in Nederland verschuldigde loonbelasting en inkomstenbelasting over inkomstenbestanddelen als bedoeld in het tweede lid, die worden genoten door een natuurlijke persoon die sinds 5 juni 2001 onafgebroken inwoner van België is, vanaf het derde kalenderjaar tot en met het zevende kalenderjaar na de inwerkingtreding van het verdrag, bedoeld in artikel 1, ten hoogste 25% van het bedrag van die inkomstenbestanddelen.

2. Het eerste lid is slechts van toepassing op inkomstenbestanddelen:

a. die een periodiek karakter dragen;
b. waarop op 5 juni 2001 reeds aanspraak bestond, en
c. waarop artikel 18, paragraaf 2, van het verdrag, bedoeld in artikel 1, van toepassing is.

3. Voor de toepassing van het eerste lid worden de aldaar bedoelde inkomstenbestanddelen geacht zoveel mogelijk te zijn belast tegen de hoogste tariefschijf die toepassing heeft gevonden.


Aantekeningen

25%

Bij interpretatie van de 25%-grens zijn meerdere visies mogelijk. Bedoelt de wetgever:

  • ten hoogste marginaal 25% van het bedrag van die inkomstenbestanddelen; of
  • ten hoogste gemiddeld 25% van het bedrag van die inkomstenbestanddelen?


Ten hoogste marginaal 25%

  • "Bij het amendement nr. 12[1] [hier zal nr. 13[2] zijn bedoeld] van de Nerée tot Babberich c.s., waarbij sprake is van een marginaal tarief van 25%, (...)"[3]
  • "Maar goed, een meerderheid van de Tweede Kamer heeft (...) gemeend, die overgangsregeling in de wettekst te moeten aanbrengen, waardoor (...) de inkomensbestanddelen (...) tegen een marginaal tarief van 25% worden belast."[4]


Ten hoogste gemiddeld 25%

Belastingdienst in een intern memo

Deze cryptische zin dient, als volgt te worden uitgelegd:[5]
  • eerst dient uitgerekend te worden wat het marginale tarief is betreffende de inkomsten die onder het eerste lid van artikel 3 van de goedkeuringswet van 12 december 2002 vallen;
  • de dan berekende belasting moet worden verminderd met de berekende belasting tegen 25%;
  • met dit verschil moet de volgens het normale tarief berekende belasting worden verminderd.


Voorbeeld 1: het box 1 inkomen ad € 85.989 bestaat uitsluitend uit inkomsten waarop de maximale heffing van 25% van toepassing is.
Bij toepassing van het tarief 2008 zou over het totale inkomen volgens de normale tabel verschuldigd zijn:
1ste schijf € 17.579 x  2,45%= €   430
2de schijf € 14.010 x 10,70%= €  1.499
3de schijf € 22.271 x 42,00%= €  9.353
4de schijf € 32.135 x 52,00%= € 16.710
totaal € 85.989 € 27.992
De heffing mag echter maximaal 25% x € 85.989 = € 21.498 bedragen. Het verschil ad € 6.494 moet dus in mindering gebracht worden op de volgens het normale tarief berekende belasting. De totaal verschuldigde belasting over het box 1 inkomen bedraagt derhalve € 27.992 - € 6.494 = € 21.498.


Voorbeeld 2: het box 1 inkomen ad € 60.000 bestaat voor € 30.000 uit pensioen waarop de maximale heffing van 25% van toepassing is
(noot: Deze berekening is geaccordeerd door de Kennisgroep IBR IB-niet winst/LB tijdens de vergadering van 15 september 2009)
Bij toepassing van het tarief 2008 zou over het totale inkomen volgens de normale tabel verschuldigd zijn:
1ste schijf € 17.579 x  2,45%= €   430
2de schijf € 14.010 x 10,70%= €  1.499
3de schijf € 22.271 x 42,00%= €  9.353
4de schijf €  6.140 x 52,00%= €  3.192
totaal € 60.000 € 14.474
Van deze totale belasting is aan het pensioen toe te rekenen (eerst toerekenen aan de hoogste schijf):
2de schijf €  1.588 x 10,70%= €    169
3de schijf € 22.271 x 42,00%= €  9.353
4de schijf €  6.140 x 52,00%= €  3.192
totaal € 30.000 € 12.714
Op basis van de regeling mag de belasting echter maximaal bedragen 25% x € 30.000 = € 7.500. De belasting over het pensioen bedraagt feitelijk evenwel € 12.714. Derhalve bedraagt de vermindering op grond van het bijzonder tarief € 12.714 - € 7.500 = € 5.214. De totaal verschuldigde belasting over het box 1 inkomen bedraagt derhalve € 14.474 - € 5.214 = € 9.260.


Jurisprudentie



Voetnoten