Keuze voor binnenlandse belastingplicht: verschil tussen versies

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 38: Regel 38:
 
* Arrest HvJ EU [[Gielen]]
 
* Arrest HvJ EU [[Gielen]]
 
* [[Rechtbank Breda, 18 april 2011, nr. 10/2769]] acht een beroep op de ''keuzeregeling'' niet nodig bij voldoen aan de ''[[Schumacker]]-norm''.
 
* [[Rechtbank Breda, 18 april 2011, nr. 10/2769]] acht een beroep op de ''keuzeregeling'' niet nodig bij voldoen aan de ''[[Schumacker]]-norm''.
 +
* [[Rechtbank Breda, 30 november 2011, nr. 10/2852]] acht de [[inhaalregeling]] niet van toepassing bij ''[[Schumacker]]-situaties.
  
  
 
{{appendix}}
 
{{appendix}}
 
[[Categorie:Wet inkomstenbelasting 2001]]
 
[[Categorie:Wet inkomstenbelasting 2001]]

Versie van 5 feb 2012 om 21:49

Wettelijke regeling

Artikel 2.5. Wet inkomstenbelasting 2001[1]

Keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen

1. De binnenlandse belastingplichtige die niet gedurende het gehele kalenderjaar in Nederland woont, en de buitenlandse belastingplichtige die als inwoner van een andere lidstaat van de Europese Unie of van een bij ministeriële regeling aangewezen andere mogendheid waarmee Nederland een regeling ter voorkoming van dubbele belasting is overeengekomen die voorziet in de uitwisseling van inlichtingen, in de belastingheffing van die lidstaat of mogendheid wordt betrokken, kunnen kiezen voor toepassing van de regels van deze wet voor binnenlandse belastingplichtigen. Voor de toepassing van deze bepaling kunnen bij ministeriële regeling bewijsmiddelen worden voorgeschreven. Een persoon die niet belastingplichtig is kan kiezen voor toepassing van de regels van deze wet voor binnenlandse belastingplichtigen indien hij daardoor wordt aangemerkt als partner van een belastingplichtige. De persoonsgebonden aftrek (hoofdstuk 6) en de negatieve inkomsten uit gemeenschappelijke inkomensbestanddelen als bedoeld in artikel 2.17 blijven buiten aanmerking voorzover deze bij de partner bij de belastingheffing in de woonstaat in aanmerking kunnen worden genomen.

2. De keuze geldt niet voor toepassing van de artikelen 3.60, 3.83, 3.116, vierde lid, 3.136, 4.16, eerste lid, onderdeel h, 4.17, 4.18, 4.25 en 9.2. De artikelen 7.2, achtste tot en met twaalfde lid, en 7.5, zevende lid, blijven van toepassing. Bij de toepassing van de artikelen 2.7, eerste en tweede lid, en 8.1, onderdeel b, blijft de zinsnede «na toepassing van regelingen ter voorkoming van dubbele belasting» buiten aanmerking. Artikel 8.9, derde lid, vindt geen toepassing.

3. Indien de belastingplichtige niet langer kiest voor de toepassing van de regels van deze wet voor binnenlandse belastingplichtigen, wordt in het laatste jaar dat voorafgaat aan het eerste jaar waarin de binnenlandse belastingplichtige die niet gedurende het gehele kalenderjaar in Nederland woont, of de buitenlandse belastingplichtige niet heeft gekozen voor de regels die gelden voor binnenlandse belastingplichtigen, het inkomen vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan de in de laatste acht jaar ten laste van het inkomen gekomen negatieve bedragen die niet behoren tot het Nederlandse inkomen volgens artikel 7.1 en die negatieve bedragen die daartoe wel behoren maar waarover het heffingsrecht op grond van het belastingverdrag niet aan Nederland is toegewezen. De vorige volzin is niet van toepassing met betrekking tot negatieve bedragen uit kalenderjaren van binnenlandse belastingplicht en de persoonsgebonden aftrek als bedoeld in hoofdstuk 6.

4. In gevallen als bedoeld in het derde lid, wordt de aanslag over het in dat lid bedoelde jaar verhoogd met het bedrag van de belastingkorting voor verlies uit aanmerkelijk belang dat in de laatste acht jaar in mindering is gebracht op de belasting op het belastbare inkomen uit werk en woning of de volgens artikel 10 van de Wet financiering sociale verzekeringen berekende premie voor de volksverzekeringen.

5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld voor de vermindering van belasting en de verrekening van dividendbelasting voor dat deel van het belastbare inkomen dat niet behoort tot het Nederlandse inkomen volgens artikel 7.1, en dat deel dat wel daartoe behoort maar waarover het heffingsrecht op grond van het belastingverdrag niet aan Nederland is toegewezen.


Berekening voorkoming dubbele belasting

Voor de berekening van de 'voorkoming van dubbele belasting' moet rekening worden gehouden met de inkomensbestanddelen die ter heffing aan het buitenland zijn toegewezen (zie Rechtbank Breda, 10 juni 2011, nr. 10/2971).


Zie ook


Jurisprudentie


Voetnoten