4/126

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Tekst regeling

De ov. met Duitsland wijzigt niet het bepaalde in de overeenkomst van 15.5.1956 tussen België en Duitsland, art. 18, § 2, en 31, § 2, betreffende de oprichting van kantoren waar de nationale controles van beide landen naast elkaar geschieden, betreffende de controles in de rijdende treinen. en de aanwijzing van gemeenschappelijke stations en van uitwisselingsstations, voor het verkeer over de Belgisch-Duitse grens (W 5.5.1960, BS 30.9.1960) .

Die ov. van 15.5.1956, art. 18, § 2, bepaalt o.m. dat de ambtenaren en beambten van de met de grenscontroles belaste administraties van het aangrenzende land worden geacht hun fiscale woonplaats naar het grondgebied van het andere land niet te hebben overgebracht, indien hun verblijf op dat grondgebied enkel gerechtvaardigd is door het uitoefenen van hun dienst binnen het raam van die overeenkomst. Bedoelde overeenkomst, art. 31, § 2, maakt deze regeling mede van toepassing op het personeel van de spoorwegadministratie van een der beide landen, dat op het grondgebied van het andere land zijn dienst uitoefent in de stations waar de nationale controles van beide landen naast elkaar geschieden of in de gemeenschappelijke stations of de uitwisselingsstations of in de treinen tussen deze stations en de grens.

Aangezien de dubbelbelastingovereenkomst de hierboven aangehaalde bepalingen onverlet laat, worden de ambtenaren en beambten van de Belgische douane of van de Belgische diensten die belast zijn met de pascontrole (rijkswacht, enz.) en de personeelsleden van de N.M.B.S., die in Duitsland verblijven en aldaar de exceptie van fiscale woonplaats genieten, ook voor de toepassing van het dubbelbelastingverdrag als inwoners van België beschouwd.


Aantekeningen