5/05

Tekst regeling

Bijaldien de heffingsbevoegdheid ten aanzien van een bepaald inkomen aan België is toegewezen wordt de betrokken belastingplichtige -behoudens uitdrukkelijke beperkingen in de overeenkomst- volgens het interne recht aan de belasting onderworpen; daarbij dient eventueel rekening te worden gehouden met het al of niet bestaan van een Belgische inrichting in de zin van art. 229, WIB 92. Wat dit betreft, worde voornamelijk het volgende opgemerkt :

1* de Belgische inrichting moet jaarlijks een aangifte voor de BNI overleggen en aan de aanslagambtenaar de inlichtingen verstrekken die deze nodig heeft om de fiscale toestand van de inrichting te onderzoeken en met name na te gaan of er geen vaste inrichting in de zin van de betreffende overeenkomst aanwezig is;

2* inkomsten van in België gelegen onroerende goederen van een buitenlandse onderneming -die een Belgische inrichting in de zin van art. 229, WIB 92 uitmaken- zijn niet alleen voor de OV belastbaar, doch worden eveneens naar het totale netto-inkomen aan de BNI onderworpen overeenkomstig het interne recht (zie hst. 6);

3* interesten en royalty' s van Belgische herkomst worden geheel of gedeeltelijk van RV vrijgesteld overeenkomstig het bepaalde in art. 105, e.v., KB/WIB 92;

4* bezoldigingen van niet-rijksinwoners die ten laste van een. Belgische inrichting komen, zijn belastbaar (art. 228, § 2, 6°, d, WIB 92) zodat de Belgische inrichting de BV verschuldigd is (art. 270, WIB 92), tenzij die bezoldigingen zelf ingevolge de overeenkomst in België vrijgesteld zijn (zie hst. 15).