5/238

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Tekst regeling

Volgens de overeenkomsten zijn inkomsten uit onroerende goederen van een onderneming belastbaar in de staat waar die goederen gelegen zijn; de toewijzing van het heffingsrecht is dus onafhankelijk van het feit of het onroerend goed al of niet een vaste inrichting is in de zin van de overeenkomsten (zie hst. 6). Een onroerend goed, waarin een onderneming een deel van haar werkzaamheden uitoefent, vormt overigens een vaste inrichting bij uitstek en valt meestal in een van de categorieën waarvan sprake is in 5/202 tot 5/207. Het al of niet aanwezig zijn van een vaste inrichting kan wel van belang zijn, daar de overeenkomsten bepaalde regelen voor het vaststellen van het bedrag der aan een vaste inrichting toe te rekenen inkomsten voorschrijven, o.m. in verband met de aftrek van kosten van algemene leiding en beheer (zie hst. 7). Wat de in de overeenkomsten voorkomende non-discriminatiemaatregelen ten behoeve van buitenlandse vennootschappen (beperking van het tarief van de BNI/ven.) betreft, zie hst. 24.


Aantekeningen