7/101

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Tekst regeling

De verdeling van de heffingsbevoegdheid tussen de woonplaatsstaat van de onderneming en de bronstaat van de winsten steunt op een tweevoudig beginsel :

a) Winsten van een onderneming mogen slechts in de woonplaatsstaat worden belast, tenzij de onderneming haar bedrijf in de bronstaat uitoefent met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting. Het bestaan van een vaste inrichting wordt immers onontbeerlijk geacht om te kunnen besluiten dat een onderneming daadwerkelijk aan het economisch leven van de bronstaat deelneemt en aldus op belastinggebied onder dezes soevereiniteit valt.

b) Indien zich in de bronstaat een vaste inrichting bevindt, mogen de winsten in deze staat worden belast, maar slechts voor zover zij aan die vaste inrichting kunnen worden toegerekend.

Van dit tweevoudig beginsel wordt in enkele overeenkomsten afgeweken :

  • wat bepaalde werkzaamheden of bepaalde inkomsten betreft (zie 7/102 tot 7/104);
  • wat de in de bronstaat belastbare winst betreft (zie 7/106, 5de lid).

Voorts zijn bepaalde soorten ondernemingen aan een bijzondere regeling onderworpen (zie 7/105).


Aantekeningen