7/105
Tekst regeling
De overeenkomsten bevatten doorgaans geen omschrijving van wat als een onderneming moet worden aangezien. Overeenkomstig het bepaalde in hst. 3 moet deze uitdrukking bijgevolg in beginsel aan de hand van het interne recht worden geïnterpreteerd. wel is doorgaans bepaald (zie hst. 3) dat "een onderneming van een verdragsstaat" betekent een onderneming die door een inwoner van een verdragsstaat wordt gedreven.
In België moet de onderneming worden opgevat als een economische eenheid of organisatie die winst uit een bedrijf in de zin van art. 24, WIB 92 en van de desbetreffende rechtspraak kan voortbrengen. Een onderneming kan in verschillende juridische vormen voorkomen, nl. als natuurlijke persoon, als rechtspersoon, als vereniging of lichaam zonder eigen rechtspersoonlijkheid.
Ondernemingen waarover uitdrukkelijk in afzonderlijke artikelen van de overeenkomsten wordt gehandeld, vallen niet onder het algemene winstartikel en zijn dus niet aan de regel van de vaste inrichting onderworpen; dit zijn met name :
- land- en bosbouwbedrijven in de mate als in hst. 6 is uiteengezet;
- zeevaart-, binnenvaart- en luchtvaartondernemingen in de mate als in hst. 8 is uiteengezet;
- spoorwegbedrijven ingevolge de ov. met Duitsland, Polen en Roemenië en wegvervoerbedrijven ingevolge de ov. met. Bulgarije, Polen, Roemenië en Turkije (zie hst. 8); *ondernemingen die zich bezighouden met de exploitatie van vaartuigen voor vis-, robbe- of walvisvangst in volle zee ingevolge de ov. met Noorwegen (zie hst. 8);
- bedrijven waarop de regeling voor artiesten en sportbeoefenaars van toepassing is in de mate als in hst. 17 is uiteengezet.
De overeenkomsten met Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk ten slotte omvatten, zoals hierboven reeds is vermeld (zie 7/104.1), een bijzondere regeling met betrekking tot ondernemingen die zich bezighouden met werkzaamheden buitengaats.
