Tekst regeling

Een bedrijfsinrichting vormt geen vaste inrichting indien zij uitsluitend wordt aangehouden om voor de onderneming goederen aan te kopen (zie hst. 5). In samenhang met deze regel bepalen de meeste overeenkomsten (niet die met Frankrijk, Ivoorkust, Marokko, Oostenrijk, Senegal en Tunesië) dat aan een vaste inrichting geen winst wordt toegerekend enkel op grond van aankoop van goederen voor de onderneming. Die bepaling heeft betrekking op bedrijfsinrichtingen die een belastbare vaste inrichting vormen wegens hun handels- of industriële werkzaamheden en die daarnaast goederen voor de onderneming, d.i. voor de hoofdzetel of voor andere inrichtingen van de onderneming, aankopen. Volgens de ov. met Singapore geldt deze bepaling ook voor het vervoer van die goederen.

Uit de omstandigheid dat op grond van de aankoop geen winst moet worden toegerekend, volgt dat de kosten, die betrekking hebben op de aankopen voor de onderneming, niet onder de beroepskosten mogen worden gebracht en dus niet van de winst uit de andere werkzaamheden van de vaste inrichting mogen worden afgetrokken. Deze kosten dienen dus uit de beroepskosten van de vaste inrichting te worden verwijderd, behalve W.t.V. indien deze aanpassing reeds in de boekhouding van de vaste inrichting is verwerkt. Hetzelfde geldt voor de kosten van vervoer van die goederen, wat de ov. Met Singapore betreft.

Aantekeningen