Artikel 119 bis V574/72

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Overgangsbepalingen betreffende pensioenen en renten voor de toepassing van artikel 15, lid 1, onder a) in fine, van de toepassingsverordening

1. Wanneer de datum waarop de verzekerde gebeurtenis heeft plaatsgevonden vóór 1 januari 1987 ligt en er op grond van de aanvraag om pensioenen of rente vóór die datum nog geen uitkering werd vastgesteld, dan moeten er voor deze aanvraag twee uitkeringen worden vastgesteld voor zover naar aanleiding van deze verzekerde gebeurtenis uitkeringen moeten worden gedaan, voor het aan laatstgenoemde datum voorafgaande tijdvak:

a) voor het aan 1 januari 1987 voorafgaande tijdvak: een uitkering overeenkomstig de bepalingen van de verordening of van verdragen die tussen de betrokken Lid-Staten van kracht zijn;

b) voor het tijdvak dat aanvangt op 1 januari 1987: een uitkering overeenkomstig de bepalingen van de verordening.

Indien evenwel het bedrag dat is berekend krachtens de onder a) bedoelde bepalingen, hoger is dan het bedrag dat is berekend krachtens de onder b) bedoelde bepalingen, blijft betrokkene in aanmerking komen voor het bedrag dat is berekend krachtens de onder a) bedoelde bepalingen.

2. Indien vanaf 1 januari 1987 bij een orgaan van een Lid-Staat een aanvraag om invaliditeitsuitkeringen, ouderdomsuitkeringen of uitkeringen aan nagelaten betrekkingen wordt ingediend, leidt dit overeenkomstig het bepaalde in de verordening ambtshalve tot herziening van de uitkeringen welke door het orgaan of de organen van één of meer andere Lid-Staten vóór deze datum voor hetzelfde geval werden vastgesteld, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 3.

3. De rechten van de betrokkenen wier pensioen of rente vóór 1 januari 1987 op het grondgebied van de betrokken Lid-Staat werd vastgesteld, kunnen op verzoek van de betrokkenen worden herzien met inachtneming van het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 3811/86 [3].

4. Indien het in lid 3 bedoelde verzoek binnen één jaar vanaf 1 januari 1987 wordt ingediend, worden de aan Verordening (EEG) nr. 3811/86 ontleende rechten verkregen met ingang van 1 januari 1987 of met ingang van de datum van het ontstaan van het recht op pensioen of rente, wanneer laatstbedoelde datum na 1 januari 1987 ligt, zonder dat de bepalingen van de wetgeving van enige Lid-Staat met betrekking tot het verval of de verjaring van rechten, op de betrokkenen kunnen worden toegepast.

5. Indien het in lid 3 bedoelde verzoek na afloop van de termijn van een jaar vanaf 1 januari 1987 wordt ingediend, worden de aan Verordening (EEG) nr. 3811/86 ontleende rechten die niet zijn vervallen of verjaard, verkregen met ingang van de datum waarop het verzoek is ingediend, behoudens gunstigere bepalingen van de wetgeving van een Lid-Staat.


Aantekeningen

Voetnoten