Artikel 16 V883/2004

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Tekst van de regeling

Uitzonderingen op de artikelen 11 tot en met 15

1. Twee of meer lidstaten, de bevoegde autoriteiten van deze lidstaten of de door deze autoriteiten aangewezen instellingen kunnen in onderlinge overeenstemming in het belang van bepaalde personen of groepen personen, uitzonderingen op de artikelen 11 tot en met 15 vaststellen.

2. Degene die recht heeft op een pensioen krachtens de wetgevingen van een of meer lidstaten en die in een andere lidstaat woont, kan op zijn verzoek worden vrijgesteld van de toepassing van de wetgeving van deze laatste lidstaat mits hij niet op grond van de verrichting van een werkzaamheid, al dan niet in loondienst, aan deze wetgeving is onderworpen.


Aantekeningen

Uitleg

Het eerste lid van artikel 16 biedt lidstaten de mogelijkheid om op verzoek en in het belang van de betrokkene de toepasselijke wetgeving in onderling overleg vast te stellen. Dit geldt als toepassing van de artikelen 11 tot en met 15 voor de betrokkene tot een nadelige uitkomst leidt. De bevoegde autoriteiten van alle betrokken lidstaten moeten hiermee instemmen. Artikel 18 van Verordening (EEG) 987/2009 regelt de procedure voor toepassing van artikel 16, lid 1.


Toepassingsverordening


= Vóór 1/5/2010


Portable Document


Aanbeveling van de Administratieve Commissie

  • Aanbeveling nr. U1 betreffende de wetgeving welke van toepassing is op werklozen die in deeltijd beroeps- of handelsactiviteiten verrichten op het grondgebied van een andere lidstaat dan die op het grondgebied waarvan zij wonen


Nederland

Parlementaire behandeling

Kamerstukken II, 2009/10, 21501-31, nr. 194, p. 28:[1]


"39
Verordening nr. 883/2004, artikel 87, lid 8 respectievelijk art 16: Artikel 87, lid 8 geeft een werknemer het recht om sociaal verzekerd te worden op grond van Verordening 883/2004. Is betrokkene verplicht om zijn werkgever voorafgaandelijk te informeren over zijn aanvraag?
Moet de SVB, in het geval er door een werknemer een artikel 16 verklaring wordt aangevraagd, vooraf onderzoeken of bij de Nederlandse dan wel de buitenlandse werkgever de bereidheid bestaat om de premies in een andere lidstaat af te dragen?


Op grond van artikel 87, lid 8, is de werknemer in de praktijk gehouden zijn werkgever voorafgaand te informeren over een voornemen om in afwijking van de overgangsbepalingen een beroep te doen op Vo. 883/2004. Dit is een uiting van goed werknemerschap die ten grondslag ligt aan artikel 87, lid 8 en artikel 16 van Vo. 883/2004, alsmede aan artikel 18 en 19, eerste lid, van Vo. 987/2009.
In de praktijk vraagt de SVB bij een beroep op het overlegartikel 17 van Vo. 1408/71 de instemming van zowel werkgever als werknemer doordat beide partijen het verzoek moeten tekenen. Achtergrond hiervan is om eventuele problemen ten aanzien van de premieafdracht te voorkomen. In uitzonderlijke situaties, waarbij de werkgever niet bereid is premies in het andere land te betalen kan een verzoek van een werknemer zonder instemming van zijn werkgever worden ingediend. De SVB verlangt dan wel dat de betrokkene door ondertekening van een verklaring zich bereid verklaart zelf de verschuldigde premies in het andere land te betalen. Onder Vo. 883/2004 zal bij de toepassing van artikel 16 dit beleid door de SVB worden voortgezet.
De SVB heeft zowel onder Vo. 1408/71 als onder Vo. 883/2004 geen onderzoeksplicht ten aanzien van de wil van Nederlandse werkgevers om de premies in een andere lidstaat af te dragen en van buitenlandse werkgevers om de premies in Nederland af te dragen. Een dergelijke voorwaarde zou de doelstelling van het overlegartikel om – in afwijking van de aanwijsregels – in het belang van de werknemer de socialezekerheidswetgeving van een andere lidstaat aan te wijzen, kunnen frustreren."


Beleid SVB

Beleidsregel SB2146:[2]

"Op grond van artikel 16, eerste lid Verordening (EG) nr. 883/2004 kunnen twee of meer lidstaten in onderlinge overeenstemming in het belang van bepaalde personen of groepen personen een overeenkomst afsluiten op grond waarvan - in afwijking van de reguliere aanwijsregels - de wetgeving van een andere lidstaat wordt aangewezen.
Een verzoek tot het sluiten van een overeenkomst op grond van artikel 16 Verordening (EG) nr. 883/2004 moet op grond van artikel 18 Verordening (EG) nr. 987/2009 worden ingediend bij het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de betrokkene toepassing van de wetgeving wenst. Als dit de Nederlandse wetgeving is, dan moet het verzoek worden ingediend bij de SVB Amstelveen.
In geval de betrokkene arbeid in loondienst verricht, kan de werkgever via het internet bij de SVB een verzoek om toepassing van artikel 16 Verordening (EG) nr. 883/2004 indienen. In overige gevallen moet de betrokkene gebruik maken van een papieren aanvraagformulier.
Artikel 16 Verordening (EG) nr. 883/2004 stelt niet de voorwaarde dat de wetgeving van een lidstaat van toepassing blijft, zoals dat wel het geval is bij detachering (zie SB2139 over detachering). De SVB leidt uit het ontbreken van de voorwaarde dat de wetgeving van een lidstaat van toepassing blijft af, dat een verzoek tot het sluiten van een overeenkomst betreffende de toe te passen wetgeving niet mag worden geweigerd enkel vanwege het ontbreken van voorafgaande verzekering in een lidstaat.
De SVB past artikel 16 Verordening (EG) nr. 883/2004 uitsluitend toe voor het sluiten van een overeenkomst in het belang van individuele personen en toetst deze verzoeken aan de volgende criteria:
  • Het betreft een tijdelijke situatie;
  • De betrokkene houdt voldoende banden met Nederland of maakt aannemelijk dat hij het voornemen heeft om na afloop van de periode waarvoor de overeenkomst geldt, terug te keren naar Nederland of weer in Nederland te gaan werken; en
  • Toepassing van de reguliere aanwijsregels leidt tot een ongewenste onderbreking van de verzekeringsopbouw of verzekeringsrechten van de betrokkene.
Voor zover eventuele belangen van de werkgever worden meegewogen, geeft het belang van de betrokkene de doorslag.
Als het bevoegde orgaan van een andere lidstaat de SVB vraagt om akkoord te gaan met het sluiten van een overeenkomst op grond van artikel 16 Verordening (EG) nr. 883/2004 toetst de SVB eveneens aan de hiervoor genoemde criteria.
Een overeenkomst op grond van artikel 16 Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt in beginsel voor een periode van maximaal vijf jaar afgesloten. Ingeval vooraf duidelijk is dat de uitzending naar een andere lidstaat langer dan vijf jaren zal duren, sluit de SVB derhalve geen overeenkomst op grond van artikel 16.
De SVB sluit een overeenkomst op grond van artikel 16 Verordening (EG) nr. 883/2004 alleen dan met terugwerkende kracht af, indien de wetgeving van een bepaalde lidstaat ten onrechte is toegepast en toepassing van de wetgeving van de bevoegde lidstaat achterwege is gebleven. In bijzondere gevallen sluit de SVB een overeenkomst op grond van artikel 16 Verordening (EG) nr. 883/2004 als de wetgeving van twee lidstaten toepassing heeft gekregen. De SVB sluit geen overeenkomst op grond van artikel 16 Verordening (EG) nr. 883/2004 af indien de toepassing van de wetgeving van de bevoegde lidstaat achterwege is gebleven, de SVB vermoedt dat deze situatie doelbewust is gecreëerd en dit de betrokkene, voor wie de overeenkomst zou moeten worden afgesloten, duidelijk kon zijn.
De SVB sluit een overeenkomst op grond van artikel 16 Verordening (EG) nr. 883/2004 tevens met terugwerkende af indien sprake is van een situatie als beschreven in SB2139 over detachering van een werknemer die is tewerkgesteld in een land dat als lidstaat tot de Europese Unie toetreedt. In deze situatie is de terugwerkende kracht beperkt tot de datum van toetreding van de betreffende lidstaat.
De SVB wijst een verzoek tot het sluiten van een overeenkomst op grond van artikel 16 Verordening (EG) nr. 883/2004 af in geval er een rechterlijke procedure over de toe te passen wetgeving loopt."

Aanvraagformulier

  • Aanvraagformulier bij SVB: [1]


Voetnoten