Artikel 19 bis V574/72

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Verstrekkingen bij verblijf in de bevoegde Lid-Staat — Gezinsleden die wonen in een andere Lid-Staat dan de Lid-Staat waar de werknemer of zelfstandige woont

1. Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 21 van de verordening, dienen de gezinsleden aan het orgaan van de verblijfplaats een verklaring over te leggen waarin wordt bevestigd dat zij recht hebben op deze verstrekkingen. In deze verklaring, die indien mogelijk nog vóór hun vertrek uit de Lid-Staat waar zij wonen aan de gezinsleden wordt afgegeven door het orgaan van hun woonplaats, wordt in voorkomend geval met name de maximumduur vermeld waarover de verstrekkingen mogen worden toegekend overeenkomstig de wettelijke regeling van die Lid-Staat. Wanneer de gezinsleden die verklaring niet voorleggen, wordt zij door het orgaan van de verblijfplaats gevraagd aan het orgaan van de woonplaats.

2. Artikel 17, leden 6, 7 en 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing. In dat geval wordt het orgaan van de woonplaats van de gezinsleden beschouwd als bevoegd orgaan.



Aantekeningen

Voetnoten