Artikel 1 V883/2004

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Tekst van de regeling

Definities

Voor de toepassing van deze verordening:

a) worden onder «werkzaamheden in loondienst» verstaan werkzaamheden of daarmee gelijkgestelde situaties die als zodanig worden beschouwd voor de toepassing van de socialezekerheidswetgeving van de lidstaat waar die werkzaamheden worden verricht, of waar die gelijkgestelde situaties zich voordoen;

b) worden onder «werkzaamheden anders dan in loondienst» verstaan werkzaamheden of daarmee gelijkgestelde situaties die als zodanig worden beschouwd voor de toepassing van de socialezekerheidswetgeving van de lidstaat waar die werkzaamheden worden verricht, of waar die gelijkgestelde situaties zich voordoen;

c) wordt onder «verzekerde» , ten aanzien van de onder titel III, hoofdstukken 1 en 3, vallende takken van sociale zekerheid, verstaan iedere persoon die voldoet aan de voorwaarden die voor het recht op prestaties worden gesteld door de wetgeving van de uit hoofde van titel II bevoegde lidstaat, met inachtneming van de bepalingen van deze verordening;

d) wordt onder «ambtenaar» verstaan de persoon die door de lidstaat waaronder de dienst waarbij hij werkzaam is, ressorteert, wordt beschouwd als ambtenaar of daarmee gelijkgestelde persoon;

e) wordt onder «bijzonder stelsel voor ambtenaren» verstaan elk stelsel van sociale zekerheid dat verschilt van het algemeen stelsel van sociale zekerheid dat van toepassing is op werknemers in de betreffende lidstaat en waaraan alle, of bepaalde categorieën van, ambtenaren rechtstreeks onderworpen zijn;

f) wordt onder «grensarbeider» verstaan eenieder die werkzaamheden al dan niet in loondienst verricht in een lidstaat maar die woont in een andere lidstaat, waarnaar hij in beginsel dagelijks of ten minste eenmaal per week terugkeert;

g) heeft de term «vluchteling» de betekenis welke daaraan wordt toegekend in artikel 1 van het op 28 juli 1951 te Genève ondertekende Verdrag betreffende de status van vluchtelingen;

h) heeft de term «staatloze» de betekenis welke daaraan wordt toegekend in artikel 1 van het op 28 september 1954 te New York ondertekende Verdrag betreffende de status van staatlozen;

i) wordt onder «gezinslid» verstaan:

1.
i) een ieder die als gezinslid wordt aangemerkt of erkend of als huisgenoot wordt aangeduid door de wetgeving krachtens welke de prestaties worden verleend;
ii) wat betreft verstrekkingen overeenkomstig titel III, hoofdstuk 1 inzake prestaties bij ziekte, en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen, een ieder die als gezinslid wordt aangemerkt of erkend dan wel als huisgenoot wordt aangemerkt krachtens de wetgeving van de lidstaat waar de betrokkene woont.
2. Indien in de krachtens onderdeel 1 toepasselijke wetgeving van een lidstaat geen onderscheid wordt gemaakt tussen gezinsleden en de overige personen op wie deze wetgeving van toepassing is, worden de echtgeno(o)t(e), de minderjarige kinderen en de meerderjarige kinderen die recht op onderhoud hebben, als gezinsleden beschouwd.
3. Indien een persoon volgens de onderdelen 1 en 2 toepasselijke wetgeving slechts als gezinslid of huisgenoot wordt beschouwd wanneer hij bij de verzekerde of de gepensioneerde inwoont, wordt aan deze voorwaarde geacht te zijn voldaan indien de betrokkene in hoofdzaak op kosten van de verzekerde of de gepensioneerde wordt onderhouden.

j) wordt onder «woonplaats» verstaan de plaats waar een persoon pleegt te wonen;

k) wordt onder «verblijfplaats» verstaan de tijdelijke verblijfplaats;

l) wordt ten aanzien van elke lidstaat onder «wetgeving» verstaan de wetten, regelingen, statutaire bepalingen en alle andere uitvoeringsmaatregelen die betrekking hebben op de in artikel 3, lid 1, bedoelde takken van sociale zekerheid;

Contractuele bepalingen vallen niet onder deze term. Wel blijft de term gelden voor contractuele bepalingen die een verzekeringsplicht instellen die is afgeleid van de in de eerste zin bedoelde wetten of regelingen die bij een besluit van het bevoegde overheidsorgaan algemeen verbindend zijn verklaard, dan wel een ruimere werkingssfeer hebben gekregen, mits de betrokken lidstaat een verklaring in die zin opstelt waarvan hij de voorzitter van het Europees Parlement en de voorzitter van de Raad van de Europese Unie in kennis stelt. Deze verklaring wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie ;

m) wordt ten aanzien van elke lidstaat onder «bevoegde autoriteit» verstaan de minister of ministers, dan wel een andere, vergelijkbare autoriteit, onder wie in de gehele betrokken staat of in een deel daarvan de regelingen inzake sociale zekerheid ressorteren;

n) wordt onder «administratieve commissie» verstaan de commissie bedoeld in artikel 71;

o) wordt onder «toepassingsverordening» verstaan de verordening bedoeld in artikel 89;

p) wordt ten aanzien van elke lidstaat onder «orgaan» verstaan het lichaam dat of de autoriteit die belast is met de uitvoering van de gehele wetgeving of een deel daarvan;

q) wordt onder «bevoegd orgaan» verstaan:

i) het orgaan waarbij de betrokkene is verzekerd op het tijdstip waarop hij om prestaties verzoekt,
of
ii) het orgaan ten opzichte waarvan de betrokkene aanspraak op prestaties heeft of zou hebben, indien hij of een of meer van zijn gezinsleden zouden wonen in de lidstaat waar dit orgaan zich bevindt,
of
iii) het door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat aangewezen orgaan,
of
iv) indien het een regeling betreft inzake de verplichtingen van de werkgever ten aanzien van de in artikel 3, lid 1, bedoelde prestaties, de werkgever of de betrokken verzekeraar, dan wel bij ontstentenis van dezen, het lichaam dat of de autoriteit die door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat is aangewezen;

r) worden onder «orgaan van de woonplaats» en «orgaan van de verblijfplaats» verstaan, het orgaan dat ter plaatse waar de betrokkene woont, bevoegd is de prestaties te verlenen, respectievelijk het orgaan dat ter plaatse waar de betrokkene verblijft, bevoegd is de prestaties te verlenen, volgens de wetgeving die door dit orgaan wordt toegepast, of, indien een zodanig orgaan niet bestaat, het door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat aangewezen orgaan;

s) wordt onder «bevoegde lidstaat» verstaan de lidstaat waar het bevoegde orgaan zich bevindt;

t) worden onder «tijdvakken van verzekering» verstaan de tijdvakken van premie- of bijdragebetaling, van werkzaamheden in loondienst of van anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden, die als tijdvakken van verzekering worden omschreven of aangemerkt op grond van de wetgeving waaronder zij zijn vervuld, of geacht worden te zijn vervuld, alsmede alle met deze tijdvakken gelijkgestelde tijdvakken, voorzover zij door die wetgeving als gelijkgesteld met tijdvakken van verzekering zijn erkend;

u) worden onder «tijdvakken van werkzaamheden in loondienst» en «tijdvakken van anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden» verstaan de tijdvakken die als zodanig worden omschreven of aangemerkt op grond van de wetgeving waaronder zij zijn vervuld, alsmede alle met deze tijdvakken gelijkgestelde tijdvakken, voorzover zij door die wetgeving als gelijkgesteld met tijdvakken van werkzaamheden in loondienst of met tijdvakken van anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden zijn erkend;

v) worden onder «tijdvakken van wonen» verstaan de tijdvakken die als zodanig worden omschreven of aangemerkt ingevolge de wetgeving waaronder zij zijn vervuld, of geacht worden te zijn vervuld;

v bis) onder „verstrekkingen” wordt verstaan:

i) in de zin van titel III, hoofdstuk 1 (prestaties bij ziekte en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen): verstrekkingen waarin voorzien wordt door de wetgeving van een lidstaat en welke bedoeld zijn om de kosten van medische verzorging en de met deze verzorging verbonden producten en diensten te verstrekken, beschikbaar te stellen, rechtstreeks te betalen of terug te betalen. Daartoe behoren verstrekkingen bij langdurige zorg.
ii) in de zin van titel III, hoofdstuk 2 (arbeidsongevallen en beroepsziekten): alle verstrekkingen in verband met arbeidsongevallen en beroepsziekten zoals die worden omschreven onder punt i) hierboven en waarin wordt voorzien uit hoofde van de regelingen van de lidstaten voor arbeidsongevallen en beroepsziekten.

w) omvat de term «pensioen» tevens renten, als afkoopsom uitgekeerde bedragen die in de plaats daarvan kunnen treden en terugstortingen van premies of bijdragen, alsmede, behoudens het bepaalde in titel III, verhogingen in verband met aanpassing aan het loon- of prijsniveau of aanvullende uitkeringen;

x) worden onder «uitkeringen bij vervroegde uittreding» verstaan: alle uitkeringen, met uitzondering van een werkloosheidsuitkering en een vervroegde ouderdomsuitkering, die vanaf een bepaalde leeftijd worden verstrekt aan de werknemer die zijn beroepsactiviteiten heeft verminderd, beëindigd of opgeschort, tot de leeftijd waarop hij recht heeft op een ouderdomspensioen of een vervroegd ouderdomspensioen en waaraan niet de voorwaarde verbonden is dat de rechthebbende zich ter beschikking stelt van de arbeidsvoorzieningsdiensten van de bevoegde lidstaat; onder een «vervroegde ouderdomsprestatie» wordt verstaan een prestatie die wordt verstrekt voordat de leeftijd is bereikt die normaliter geldt voor het recht op pensioen en die bij het bereiken van die leeftijd wordt doorbetaald of door een andere ouderdomsprestatie wordt vervangen;

y) wordt onder «overlijdensuitkering» verstaan een bedrag ineens dat bij overlijden wordt uitgekeerd, met uitzondering van de onder w) bedoelde bedragen die als afkoopsom worden uitgekeerd;

z) worden onder «gezinsbijslagen» verstaan alle verstrekkingen en uitkeringen ter tegemoetkoming van de gezinslasten, met uitzondering van voorschotten op onderhoudsbijdragen, en de in bijlage I vermelde bijzondere uitkeringen bij geboorte of adoptie.


Aantekeningen

(anders dan) in loondienst?

NL-visie Minister SZW[1]
"Voor de toepassing van de nieuwe verordeningen is niet de wijze van verzekering doorslaggevend (als werknemer of zelfstandige), maar of de werkzaamheden onder de nationale socialezekerheidswetgeving waar die werkzaamheden worden verricht, als werkzaamheden in loondienst of werkzaamheden anders dan in loondienst worden gezien. Door de werkzaamheden van een Directeur-Grootaandeelhouder of commissaris niet op Bijlage XI bij Verordening 883/2004 te plaatsen, worden deze niet onder de nieuwe verordeningen niet langer aangemerkt als werkzaamheden in loondienst voor de bepaling van de toepasselijke wetgeving."

Verzekerde (NL) conform artikel 1 onder c

Vraag 2a[2]
Met betrekking tot verordening nr. 883/2004, artikel 1 onder c, kan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) toelichten wanneer een in het buitenland wonende en in Nederland werkzame persoon sociaal verzekerd is in Nederland? Volstaat één dag werken per kwartaal? Betekent dit dat men door vier keer één dag per kwartaal in Nederland te werken gedurende het hele jaar sociale verzekerd is?
Antwoord
Voor een in een Lidstaat wonende en een alleen in Nederland werkzame persoon, wijst Vo. 883/2004 slechts de Nederlandse wetgeving als de toepasselijke aan. Niet de Verordening maar de Nederlandse wetgeving bepaalt vervolgens wanneer iemand verzekerd is. Een werknemer hier te lande is sociaal verzekerd wanneer hij minimaal één dag per drie maanden in Nederland in loondienst werkt.
Men is in dat geval dus verzekerd voor de volksverzekeringen èn –indien de werkzaamheden in loondienst worden verricht - de werknemersverzekeringen. Voor alle duidelijkheid merk ik op dat het feit dat iemand verzekerd is nog niet wil zeggen dat er ook een recht op een uitkering bestaat. Dat hangt namelijk af van de voorwaarden die de betreffende wet stelt.
Vraag 2b.
Is een EU-student, die elk kwartaal gedurende een week in Nederland werkt, het gehele jaar sociaal verzekerd in Nederland (volledige AOW-opbouw 2% per jaar)?
Antwoord
De formulering van de vraag veronderstelt, dat de betreffende student buiten Nederland woont maar in ons land werkt. In het arrest van het HvJ EG in de zaak Kits van Heijningen (nr. 2/89) heeft het Hof van Justitie bepaald dat iemand die binnen de werkingssfeer van Vo. 1408/71 valt en voor een gedeelte van de volle tijd werkzaamheden uitoefent op het grondgebied van een Lidstaat, zowel gedurende de dagen waarop hij deze werkzaamheden uitoefent, als gedurende de dagen waarop hij dat niet doet, aan de wettelijke regeling van die staat is onderworpen. Dit betekent dat op personen die uitsluitend in Nederland in deeltijd werken maar in een andere lidstaat wonen, de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing is. Zoals aangegeven in antwoord op de vorige vraag, is een werknemer hier te lande sociaal verzekerd wanneer hij minimaal één dag per drie maanden in Nederland in loondienst werkt.


Besluiten van de Administratieve Commissie

  • Besluit nr. E2 betreffende het instellen van een procedure voor het beheren van wijzigingen die van toepassing is op de gegevens van gedefinieerde organen, welke zijn opgenomen in het elektronische repertorium dat deel uitmaakt van EESSI
  • Besluit nr. S5 betreffende de interpretatie van het begrip "verstrekkingen"


Voetnoten