Artikel 3 Haags Huwelijksvermogensverdrag 1978

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Tekst van de regeling

(1) Het huwelijksvermogensregime wordt beheerst door het interne recht dat de echtgenoten vóór het huwelijk hebben aangewezen.

(2) De echtgenoten kunnen slechts een van de volgende rechtsstelsels aanwijzen:

1. het recht van een Staat waarvan een van de echtgenoten de nationaliteit bezit op het tijdstip van die aanwijzing;
2. het recht van de Staat op welks grondgebied een van de echtgenoten zijn gewone verblijfplaats heeft op het tijdstip van die aanwijzing;
3. het recht van de eerste Staat op welks grondgebied een van de echtgenoten na het huwelijk een nieuwe gewone verblijfplaats vestigt.

(3) Het aldus aangewezen recht is van toepassing op hun gehele vermogen.

(4) De echtgenoten kunnen echter, ongeacht of zij tot de in de voorgaande leden bedoelde aanwijzing zijn overgegaan, met betrekking tot het geheel of een gedeelte van de onroerende goederen het recht aanwijzen van de plaats waar die goederen zijn gelegen. Zij kunnen eveneens bepalen dat op onroerende goederen die later worden verkregen, het recht van de plaats waar die goederen zijn gelegen van toepassing zal zijn.


Aantekening

Voetnoten