Artikel 50 V987/2009

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Artikel 50 Voorlopige betalingen en voorschotten op uitkeringen

1. Onverminderd artikel 7 van de toepassingsverordening wordt door het orgaan dat overeenkomstig artikel 52, lid 1, onder a), van de basisverordening tijdens de behandeling van een uitkeringsaanvraag vaststelt dat de aanvrager op grond van de door het orgaan toegepaste wetgeving recht heeft op een autonome uitkering, deze uitkering onverwijld betaald. Deze betaling wordt als voorlopig beschouwd als het bedrag nog aan wijzigingen onderhevig kan zijn afhankelijk van het resultaat van de behandeling van de aanvraag.

2. Indien uit de beschikbare inlichtingen blijkt dat de aanvrager recht heeft op een uitkering van een orgaan op grond van artikel 52, lid 1, onder b), van de basisverordening, betaalt dat orgaan hem een voorschot dat zo dicht mogelijk het bedrag benadert dat vermoedelijk op grond van artikel 52, lid 1, onder b), van de basisverordening zal worden uitbetaald.

3. Elk orgaan dat op grond van lid 1 of 2 verplicht is voorlopige uitkeringen of een voorschot te betalen, stelt de aanvrager hiervan onverwijld in kennis, waarbij het uitdrukkelijk diens aandacht vestigt op het voorlopige karakter van de genomen maatregel en op de rechtsmiddelen die daartegen op grond van de door het orgaan toegepaste wetgeving openstaan.

Aantekeningen

Voetnoten