Artikel 93 V574/72

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Vergoeding van de prestaties van de ziekte- en moederschapsverzekering met uitzondering van de in de artikelen 94 en 95 van de toepassingsverordening bedoelde

1. Het werkelijke bedrag van de krachtens artikel 19, leden 1 en 2, van de verordening aan de werknemers of zelfstandigen en hun op het grondgebied van dezelfde Lid-Staat wonende gezinsleden verleende verstrekkingen alsmede van de krachtens artikel 71, lid 2, artikel 22, artikel 25, leden 1, 3 en 4, artikel 26, artikel 29, lid 1, of artikel 31 van de verordening verleende verstrekkingen wordt door het bevoegde orgaan aan het orgaan dat genoemde verstrekkingen heeft verleend, vergoed, zoals dit bedrag uit de boekhouding van laatstgenoemd orgaan blijkt.

2. In de gevallen, bedoeld in artikel 21, lid 2, tweede alinea, in artikel 22, lid 3, tweede alinea, in artikel 29, lid 1, en in artikel 31 van de verordening en voor de toepassing van lid 1 wordt het orgaan van de woonplaats van het gezinslid of van de pensioen- of rentetrekker, al naar gelang van het geval, als het bevoegde orgaan beschouwd.

3. Wanneer het werkelijke bedrag der in lid 1 bedoelde verstrekkingen niet blijkt uit de boekhouding van het orgaan dat deze heeft verleend, wordt, bij gebrek aan een krachtens lid 6 gesloten overeenkomst, het te vergoeden bedrag bepaald op basis van een vast bedrag dat wordt vastgesteld op grond van alle ter zake dienende referenties die aan de beschikbare gegevens werden ontleend. De Administratieve Commissie beoordeelt de grondslagen die voor de berekening van de vaste bedragen dienen, en stelt het bedrag ervan vast.

4. Voor de vergoeding kunnen geen hogere tarieven in rekening worden gebracht dan die welke gelden voor de verstrekkingen verleend aan werknemers of zelfstandigen die zijn onderworpen aan de wettelijke regeling die wordt toegepast door het orgaan, dat de in lid 1 bedoelde verstrekkingen heeft verleend.

5. De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing op de vergoeding voor uitkeringen, betaald overeenkomstig artikel 18, lid 8, tweede zin, van de toepassingsverordening.

6. Twee of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen, na advies van de Administratieve Commissie, overeenkomen de te vergoeden bedragen op andere wijze te begroten, met name op grond van vaste bedragen.


Aantekeningen

Voetnoten