Besluit nr. U2

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Besluit nr. U2[1] van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de werkingssfeer van artikel 65, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake het recht op werkloosheidsuitkeringen van volledig werklozen die geen grensarbeiders zijn en die tijdens het verrichten van hun laatste werkzaamheden, al dan niet in loondienst, op het grondgebied van een andere dan de bevoegde lidstaat woonden.[2]


Tekst van de regeling

Besluit nr. U2

van 12 juni 2009

betreffende de werkingssfeer van artikel 65, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake het recht op werkloosheidsuitkeringen van volledig werklozen die geen grensarbeiders zijn en die tijdens het verrichten van hun laatste werkzaamheden, al dan niet in loondienst, op het grondgebied van een andere dan de bevoegde lidstaat woonden


(Voor de EER en voor de overeenkomst Europese Gemeenschap/Zwitserland relevante tekst)

2010/C 106/12


DE ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE COÖRDINATIE VAN DE SOCIALEZEKERHEIDSSTELSELS,

Gelet op artikel 72, onder a), van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels[3], uit hoofde waarvan de Administratieve Commissie tot taak heeft alle vraagstukken van administratieve of interpretatieve aard die voortvloeien uit de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels[4], te behandelen,

Gelet op artikel 65, lid 2 en 5, van Verordening (EG) nr. 883/2004,


Overwegende hetgeen volgt:

(1) Artikel 65 van Verordening (EG) nr. 883/2004 bevat bijzondere voorschriften betreffende de toekenning en verlening van werkloosheidsuitkeringen voor werklozen die tijdens het verrichten van hun laatste werkzaamheden, al dan niet in loondienst, op het grondgebied van een andere dan de bevoegde lidstaat woonden.

(2) De bepalende factor voor de toepassing van het gehele artikel 65 van genoemde verordening is het feit dat de betrokkenen tijdens het verrichten van hun laatste werkzaamheden, al dan niet in loondienst, op het grondgebied van een andere lidstaat woonden dan die waarvan de wetgeving op hen van toepassing was, welke niet noodzakelijkerwijze dezelfde behoeft te zijn als de lidstaat op het grondgebied waarvan zij werkzaam waren.

(3) Volgens de definitie in artikel 1, onder j), van genoemde verordening wordt onder "woonplaats" verstaan de plaats waar een persoon pleegt te wonen, en onder k) van datzelfde artikel wordt "verblijfplaats" gedefinieerd als de tijdelijke verblijfplaats.

(4) Artikel 11 van Verordening (EG) nr. 987/2009 geeft criteria aan voor de vaststelling van de woonplaats indien daarover een verschil van mening bestaat tussen de organen van twee of meer lidstaten.

(5) Uit artikel 1, onder f), van Verordening (EG) nr. 883/2004 vloeit voort dat grensarbeiders hun woonplaats hebben in een ander land dan het land waar zij werken; het land waar zij werken is op grond van artikel 11, lid 3, onder a), van genoemde verordening de bevoegde staat, en dat er derhalve geen twijfel bestaat dat deze werknemers onder artikel 65 van voornoemde verordening vallen.

(6) De in artikel 11, lid 4, en artikel 13 van genoemde verordening bedoelde categorieën personen, alsmede de personen waarop een overeenkomst als bedoeld in artikel 16 van die verordening van toepassing is, zullen in bepaalde gevallen waarschijnlijk in een andere lidstaat wonen dan de lidstaat die ingevolge deze artikelen als bevoegd is aangewezen.

(7) De vaststelling van de lidstaat waar de personen die tot deze categorieën behoren hun woonplaats hebben, dient van geval tot geval te worden onderzocht, en voor de in artikel 13, lid 1, onder a), en in artikel 13, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 883/2004 bedoelde personen dient dit te geschieden met het oog op hun aansluiting.

(8) Ingevolge artikel 65, lid 5, van Verordening (EG) nr. 883/2004 komen de kosten van de uitkeringen niet voor rekening van het bevoegde land, doch voor rekening van het woonland, waarbij de betrokkene zich ter beschikking van de diensten voor arbeidsbemiddeling van laatstbedoelde staat stelt.

(9) Hoewel dit momenteel aanvaardbaar is in het geval van grensarbeiders en voor bepaalde categorieën die ook nauwe banden met hun land van oorsprong behouden, zou het niet langer aanvaardbaar zijn dat, door een te ruime uitleg van het begrip "woonplaats", de werkingssfeer van artikel 65 van Verordening (EG) nr. 883/2004, uitgebreid zou worden tot alle verzekerden die werk van min of meer blijvende aard, al dan niet in loondienst, in een lidstaat hebben en hun gezin in het land van oorsprong hebben achtergelaten.


Handelend overeenkomstig artikel 71, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004,


BESLUIT:

1. Artikel 65, lid 5, van Verordening (EG) nr. 883/2004 is met name van toepassing op:

a) de personen bedoeld in artikel 11, lid 4, van die verordening;
b) de personen bedoeld in artikel 13 van genoemde verordening die hun werkzaamheden gewoonlijk op het grondgebied van twee of meer lidstaten verrichten;
c) personen op wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 16, lid 1, van genoemde verordening van toepassing is,

wanneer zij tijdens het verrichten van hun laatste beroepsactiviteit in een andere dan de bevoegde staat woonden.

2. De in punt 1 bedoelde personen die tijdens het verrichten van hun laatste beroepswerkzaamheid onderworpen waren aan de wetgeving van een andere lidstaat dan de staat waar zij al dan niet in loondienst werkzaam waren, zullen recht hebben op uitkeringen volgens de wetgeving van de staat van de woonplaats alsof zij voorheen aan deze wetgeving onderworpen waren geweest.

3. Voor de toepassing van dit besluit wordt de staat van de woonplaats vastgesteld overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 987/2009.

4. Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 987/2009.


De voorzitster van de Administratieve Commissie

Gabriela Pikorová


Aantekeningen

Voetnoten

  1. Tekst besluit op EUR-Lex
  2. PB C 106 van 24.4.2010, blz. 43.
  3. PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1.
  4. PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1.