Circulaire nr. AFZ/2002-0097 (AFZ 5/2003) dd. 14.03.2003

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Circulaire nr. AFZ/2002-0097 (AFZ 5/2003) dd. 14.03.2003[1]

CIRC 14.03.03/1

Bull. nr. 836, pag. 908-1086


Tekst regeling

Onderrichtingen voor toepassing van de Overeenkomst tussen België en Nederland tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en van de Protocollen I en II en de wisseling van brieven, gedaan te Luxemburg op 5 juni 2001.

Aan alle ambtenaren van de niveaus 1, 2+ en 2.

I. BELANGRIJKE DATA

Ondertekening van de Overeenkomst : 5 juni 2001.

Goedkeuring : Wet van 11 december 2002.

Publicatie : BS van 20 december 2002, ed. 2, en als bijlage bij deze circulaire (V 3098 en Bull. 833)

Uitwisseling van de akten van bekrachtiging : 16 december 2002.

Inwerkingtreding : 31 december 2002.

Wet tot invoeging van artikel 466bis in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot regeling van de toepassing van artikel 244bis van hetzelfde wetboek op de inwoners van Nederland : Wet van 13 december 2002.

Publicatie : BS van 28 december 2002, en als bijlage bij deze circulaire.

Toepassing in België :

  • op de bij de bron verschuldigde belastingen op inkomsten die zijn toegekend of betaalbaar gesteld op of na 1 januari 2003;
  • op de andere belastingen gevestigd op inkomsten van belastbare tijdperken die eindigen op of na 31 december 2003;
  • op belastingen naar het vermogen geheven van bestanddelen van het vermogen die bestaan op of na 1 januari 2003 (deze bepaling heeft voorlopig geen concrete uitwerking aangezien momenteel noch in België, noch in Nederland een vermogensbelasting bestaat).


II. DOELSTELLINGEN

De voornaamste doelstelling van het nieuwe Belgisch-Nederlandse belastingverdrag van 2001 is de vervanging van de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting op het gebied van belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en tot het vaststellen van enige andere regelen verband houdende met de belastingheffing die op 19 oktober 1970 werd ondertekend (BS van 25 september 1971). In het begin van de jaren 90 was het inderdaad meer en meer duidelijk dat het dubbelbelastingverdrag van 1970 ten aanzien van diverse fiscale vraagstukken die aan weerszijden van de grens aan de orde werden gesteld, met het verstrijken der jaren niet steeds nog bevredigende oplossingen kon bieden.

In het geval van België ging het in de eerste plaats om de zogenoemde grensarbeidersproblematiek. Op het vlak van de fiscale behandeling van grensarbeiders voorziet de overeenkomst in de vervanging van het woonstaatbeginsel (verdrag van 1970) door het werkstaatprincipe dat ook in het modelverdrag van de OESO is vastgelegd. Daardoor wordt een einde gemaakt aan de onzekere positie waarin Belgische grensarbeiders in Nederland verkeren als gevolg van het uiteenlopen van de premies sociale verzekeringen en de belastingen, en kan de huidige compensatieregeling voor Belgische grensarbeiders die in Nederland werkzaam zijn (zie de KB's ad hoc van 18 juli 1997 en 9 juni 1999) in beginsel beëindigd worden.

In het geval van Nederland betrof het inzonderheid de problematiek van de fiscale emigratie.

Daarnaast drongen nieuwe oplossingen zich op voor tal van technische kwesties die verband hielden met nieuwe ontwikkelingen op het gebied van het Modelverdrag van de OESO en van de respectievelijke interne belastingwetgevingen.


III. OVERZICHT VAN DE BEPALINGEN

De onderhandelaars van het nieuwe Belgisch - Nederlandse belastingverdrag hebben het nuttig geacht om in gemeen overleg een zeer uitgebreide artikelsgewijze toelichting te schrijven die als bijlage aan de memorie van toelichting bij het wetsontwerp houdende goedkeuring van het nieuwe belastingverdrag zou toegevoegd worden. Voor de technische toelichting bij de artikelen van het Verdrag en de bepalingen van de Protocollen I en II wordt dan ook verwezen naar dit aan deze circulaire als bijlage 1 gehechte gemeenschappelijke artikelsgewijze commentaar.


IV. VOORKOMING VAN DUBBELE BELASTING

Belastingstelsel van de voornaamste inkomsten die door inwoners van België uit bronnen in Nederland worden verkregen.


Artikelen van de Overeenkomst Aard van de inkomsten In Nederland In België

(art. 23)

Artikel 6 Inkomsten uit onroerende goederen Belastbaar Vrijstelling (1)
Artikel 7 Ondernemingswinst die aan een vaste inrichting kan worden toegerekend Belastbaar Vrijstelling (1)
Artikel 8 Winst uit de exploitatie van schepen, binnenschepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer (met inbegrip onder meer van winst uit de verhuring van bemande schepen, enz. of incidentele winst uit het gebruik of de verhuring van laadkisten) door een onderneming die de plaats van haar werkelijke leiding in België heeft Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Winst uit exploitatie van binnenschepen, anders dan in internationaal verkeer, in aanvulling van vervoer in internationaal verkeer en onder hetzelfde contract Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Artikel 10 Dividenden betaald aan een vennootschap die onmiddellijk ten minste 10 % van het kapitaal van de uitkerende vennootschap bezit Belasting beperkt tot 5 % van het brutobedrag Belastbaar volgens het interne recht (DBI - stelsel) (2)
Andere dividenden Belasting beperkt tot 15 % van het brutobedrag Belastbaar volgens het interne recht (eventueel het DBI-stelsel) (2)
Artikel 11 Interest betaald aan een onderneming, andere dan interest van niet door effecten aan toonder vertegenwoordigde leningen of gelddeposito's Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Interest van effecten aan toonder betaald aan een bank- of verzekeringsonderneming die de effecten minimum drie maanden vooraf in bezit heeft Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Interest van handels-schuldvorderingen wegens termijnbetalingen voor bepaalde leveringen Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Interest betaald uit hoofde van een lening die is toegestaan, gewaarborgd of verzekerd of een krediet dat is verleend, gewaarborgd of verzekerd in het kader van een algemeen stelsel dat door de Belgische Staat, een staatkundig onderdeel of plaatselijke gemeenschap of de Nationale Bank van België is georganiseerd ter bevordering van de uitvoer Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Interest betaald aan de Belgische Staat, een staatkundig onderdeel of plaatselijke gemeenschap daarvan of aan de Nationale Bank van België Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Interest betaald door een vennootschap aan een natuurlijke persoon met een gekwalificeerd aanmerkelijk belang Belastbaar volgens het interne recht en verrekening van de Belgische belasting Belastbaar en toekenning van het FBB volgens het interne recht
Andere interest Belasting beperkt tot 10 % van het brutobedrag Belastbaar en toekenning van het FBB volgens het interne recht
Artikel 12 Royalty's Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Artikel 13 Meerwaarden verwezenlijkt op :
onroerende goederen gelegen in Nederland Belastbaar Vrijstelling (1)
roerende goederen die deel uitmaken van een vaste inrichting of vaste basis gevestigd in Nederland Belastbaar Vrijstelling (1)
een vaste inrichting of een vaste basis gevestigd in Nederland Belastbaar Vrijstelling (1)
schepen, binnenschepen of luchtvaartuigen die in internationaal verkeer worden geëxploiteerd of op roerende goederen die bij zulke exploitatie worden gebruikt Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
aandelen indien de genieter een aanmerkelijk belang heeft en indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan Belastbaar volgens het interne recht Vrijstelling (1)
andere meerwaarden Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Artikel 14 Inkomsten uit zelfstandige beroepen die aan een vaste basis in Nederland kunnen worden toegerekend Belastbaar Vrijstelling (1)
Artikel 15 Algemene regel voor beloningen die betrekking hebben op niet-zelfstandige werkzaamheden uitgeoefend in Nederland Belastbaar Vrijstelling (1)
Beloningen voor een verblijf in Nederland dat 183 dagen niet te boven gaat, die niet worden betaald door of namens een Nederlandse werkgever en niet ten laste komen van een vaste inrichting of vaste basis die in Nederland is gelegen Vrijstelling Belastbaar overeenkomstig het interne recht
Beloningen voor een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip of luchtvaartuig geëxploiteerd door een onderneming die de plaats van haar werkelijke leiding in België heeft Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Artikel 16 Tantièmes van bestuurders van vennootschappen die inwoner zijn van Nederland Belastbaar Vrijstelling (1)
Beloningen voor leidinggevende werkzaamheden of functie van dagelijks bestuur of van commerciële, financiële of technische aard uitgekeerd door een vennootschap die inwoner is van Nederland en die niet ten laste van een vaste inrichting in België vallen Belastbaar Vrijstelling (1)
Andere beloningen voor werkzaamheden buiten het kader van een dienstbetrekking verkregen van een vennootschap die inwoner is van Nederland en die niet ten laste van een vaste inrichting in België vallen Belastbaar Vrijstelling (1)
Artikel 17 Algemene regel voor inkomsten uit persoonlijke werkzaamheden van artiesten en sportbeoefenaars Belastbaar Vrijstelling (1)
Inkomsten uit persoonlijke werkzaamheden van artiesten en sportbeoefenaars die voor ten minste 30 % gefinancieerd worden uit Belgische openbare middelen Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Artikel 18 Privé-pensioenen en andere soortgelijke beloningen terzake van een vroegere dienstbetrekking, lijfrenten en uitkeringen uit pensioensparen, pensioenfondsen en groepsverzekeringen Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Pensioenen en uitkeringen ter uitvoering van de sociale wetgeving Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Pensioenen, enz., als bedoeld in de 2 hierboven vermelde gedachtestreepjes, mits bij de opbouw van de rechten ad hoc in Nederland fiscale faciliëring is toegestaan en mits die bestanddelen in België niet tegen het tarief dat geldt voor gewone arbeidsinkomsten worden belast of voor minder dan 90 % in de belastingheffing worden betrokken en mits het brutobedrag ervan 25.000 euro te boven gaat (de eerstvermelde voorwaarde van fiscale faciliëring geldt echter niet t.a.v. pensioenen en uitkeringen ter uitvoering van de sociale wetgeving). Belastbaar Vrijstelling (1)
Afkoopsommen van nog niet ingegane pensioenen, lijfrenten of uitkeringen Belastbaar Vrijstelling (1)
Uitkeringen ter uitvoering van sociale wetgeving wanneer de dienstbetrekking wegens ziekte, gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid of overtolligheid niet of niet volledig kan worden vervuld Belastbaar voor een periode van maximaal 1 jaar (eventueel verhoogd met de periode dat hij nog een normaal salaris geniet) Vrijstelling (1)
Alimentatieuitkeringen Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Artikel 19 Overheidsbeloningen betaald door Nederland aan een inwoner van België die de Belgische nationaliteit niet bezit en die inwoner van België is geworden met als enig doel de betrokken diensten te verlenen Belastbaar Vrijstelling (1)
Overheidsbeloningen betaald door Nederland aan een inwoner van België die de Belgische nationaliteit bezit of die geen inwoner van België is geworden met als enig doel de betrokken diensten te verlenen Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Overheidspensioenen betaald door Nederland aan een inwoner van België die de Belgische nationaliteit niet bezit Belastbaar Vrijstelling (1)
Overheidspensioenen betaald door Nederland aan een inwoner van België die de Belgische nationaliteit bezit Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Artikel 20 Beloningen van hoogleraren of andere leden van het onderwijzend personeel die in Nederland verblijven om onderwijs te geven of wetenschappelijk onderzoek in het algemeen belang te verrichten Vrijstelling gedurende maximum 2 jaar vanaf de datum van de feitelijke aanvang van de functie Belastbaar volgens het interne recht
Sommen verkregen uit het buitenland door studenten of in opleiding zijnde personen of stagiairs ter dekking van de kosten van hun studie, opleiding of levensonderhoud Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Artikel 21 Andere inkomsten die niet ten laste vallen van een vaste inrichting of vaste basis in Nederland Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Artikel 22 Vermogen bestaande uit :
onroerende goederen gelegen in Nederland Belastbaar Vrijstelling (1)
roerende goederen die deel uitmaken van een vaste inrichting of vaste basis gevestigd in Nederland Belastbaar Vrijstelling (1)
schepen, binnenschepen of luchtvaartuigen die in internationaal verkeer worden geëxploiteerd, of uit roerende goederen die bij zulke exploitatie worden gebruikt Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
andere bestanddelen Vrijstelling Belastbaar volgens het interne recht
Artikel 24 Winst die betrekking heeft op werkzaamheden buitengaats verricht in Nederland waarvan de duur 30 dagen te boven gaat (3) Belastbaar Vrijstelling (1)
Salarissen terzake van een dienstbetrekking in verband met werkzaamheden buitengaats verricht met behulp van een vaste inrichting in Nederland Belastbaar Vrijstelling (1)
  • (1) Vrijstelling met progressievoorbehoud : bij het vaststellen van het belastingtarief dat op belastbare inkomsten van toepassing is, wordt rekening gehouden met de vrijgestelde inkomsten (dit wordt enkel toegepast in de personenbelasting).
  • (2) Het DBI - stelsel wordt verleend op de voorwaarden en binnen de grenzen die in de Belgische wetgeving zijn bepaald.
  • (3) Deze regeling is niet van toepassing indien de werkzaamheden een vaste inrichting vormen ingevolge artikel 5 van het Verdrag of een vaste basis waarop artikel 14 toepassing vindt. Zij geldt evenmin inzonderheid terzake van sleep- of ankerwerkzaamheden en van vervoer van voorraden of personeel.


V. AANVULLENDE CIRCULAIRES

Onderhavige circulaire werd zoals gebruikelijk beperkt tot een "eerste commentaar" op het nieuwe belastingverdrag tussen België en Nederland. Voor bepaalde belangrijke onderwerpen zullen op een later tijdstip meer gedetailleerde richtlijnen worden uitgevaardigd inzonderheid in functie van de resultaten van het bilaterale overleg ad hoc in het kader van de werkgroep "inhoudelijke aspecten", zoals met name de concrete toepassing van artikel 18 (Pensioenen, lijfrenten, sociale zekerheidsuitkeringen en alimentatieuitkeringen).

De Adjunct-administrateur-generaal van de belastingen,

Jean-Marc DELPORTE


BIJLAGE 1

Bijlage bij de memorie van toelichting bij het wetsontwerp tot goedkeuring van het op 5 juni 2001 te Luxemburg tot stand gekomen verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocollen I en II en briefwisselingen.

Gezamenlijke artikelsgewijze toelichting

(...)[2]


BIJLAGE 2

A. TEKST VAN HET BELGISCH-NEDERLANDSE BELASTINGVERDRAG VAN 5 JUNI 2001 EN VAN DE GOEDKEURINGSWET

11.12.2002. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en de Protocollen I en II en de wisseling van brieven, gedaan te Luxemburg op 5 juni 2001

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :


Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2. Het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en de Protocollen I en II en de wisseling van brieven, gedaan te Luxemburg op 5 juni 2001, zullen volkomen gevolg hebben.


Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 11 december 2002.

ALBERT Van Koningswege :

De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL

De Minister van Financiën, D. REYNDERS

De Minister, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, Mevr. A. NEYTS-UYTTEBROECK

Gezien en met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN


B. TEKST VAN DE WET TOT INVOEGING VAN ARTIKEL 466BIS IN HET WIB 92 EN TOT REGELING VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 244BIS VAN HETZELFDE WETBOEK

13 DECEMBER 2002. - Wet tot invoeging van artikel 466bis in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot regeling van de toepassing van artikel 244bis van hetzelfde wetboek op de inwoners van Nederland.

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :


Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2. In het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt een artikel 466bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 466bis . Wanneer een rijksinwoner beroepsinkomsten uit het buitenland verkrijgt die krachtens een internationale overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting in België van personenbelasting zijn vrijgesteld, worden de in artikel 466 bedoelde aanvullende gemeentebelasting en aanvullende agglomeratiebelasting desalniettemin, voor zover de internationale overeenkomst zulks toelaat, berekend op de personenbelasting die verschuldigd zou zijn in België indien de beroepsinkomsten in kwestie uit bronnen in België zouden zijn verkregen." .
Art. 3. Artikel 244bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 is van toepassing op de inwoners van Nederland, bedoeld in artikel 26, paragraaf 2, van het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen dat op 5 juni 2001 werd ondertekend.


Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 13 december 2002.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Financiën, D. REYNDERS

Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN


Aantekeningen

Voetnoten

  1. Circulaire nr. AFZ/2002-0097 (AFZ 5/2003) dd. 14.03.2003 op Fisconet
  2. Opgenomen bij de desbetreffende verdragsartikelen zelf.