Kaderbesluit bpm

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/7686M, Staatscourant 2010, 20502[1][2]

Uittreksel Kaderbesluit bpm

11 Teruggaaf wegens geen toetreding tot Nederlands wegennet

11.1 Buiten Nederland brengen vóór ingebruikname

Het is mogelijk om onder bepaalde voorwaarden bpm terug te krijgen als een motorrijtuig waarvoor bpm is voldaan, definitief buiten Nederland wordt gebracht (artikel 14a van de wet). Het teruggaafbedrag wordt dan berekend aan de hand van een verminderingspercentage (artikel 8d, eerste lid, van de regeling).

Een ondernemer kan een nieuw motorrijtuig, nog voordat daarmee in Nederland gebruik van de weg is gemaakt, laten registreren en daarna buiten Nederland brengen.

Goedkeuring

Het motorrijtuig treedt niet feitelijk toe tot het Nederlandse wegennet, omdat het desbetreffende motorrijtuig, voordat het in gebruik wordt genomen, buiten Nederland wordt gebracht of wordt geëxporteerd. Daarom keur ik met toepassing van artikel 63 van de AWR (de hardheidsclausule) goed dat een ondernemer die het motorrijtuig heeft uitgevoerd in deze situatie op verzoek teruggaaf van het hele bedrag aan betaalde bpm kan krijgen, zonder rekening te hoeven houden met het verminderingspercentage.

Ik stel de volgende voorwaarden aan de ondernemer die om teruggaaf verzoekt:

  • De ondernemer moet schriftelijk verklaren dat met het desbetreffende motorrijtuig in Nederland geen gebruik is gemaakt van de weg.
  • De ondernemer moet aan de hand van boeken en bescheiden aantonen dat het desbetreffende motorrijtuig buiten Nederland is gebracht.
  • De ondernemer moet een uitvoerverklaring laten opmaken door de RDW. Wanneer het motorrijtuig van de RDW de uitvoerstatus heeft gekregen, moet de ondernemer de doorslag van de uitvoerverklaring tonen aan de inspecteur;
  • De ondernemer bij het verzoek om teruggaaf de volgende bescheiden overleggen:
  • Als het motorrijtuig is overgebracht naar een andere Lid-Staat: een verklaring van een voor de bpm aangewezen aangiftepunt dat het motorrijtuig, nadat de uitvoerverklaring is afgegeven, in ongebruikte staat verkeerde.
  • Als het motorrijtuig is overgebracht naar een derde land: ook een verklaring van een voor de bpm aangewezen aangiftepunt dat het motorrijtuig, nadat de uitvoerverklaring is afgegeven, in ongebruikte staat verkeerde. Daarnaast een voor uitvoer afgetekend certificaat waaruit de identiteit van het motorrijtuig blijkt.

De teruggaaf wordt slechts verleend als de ondernemer binnen 13 weken nadat het motorrijtuig buiten Nederland is gebracht (beslissend is de datum op de uitvoerverklaring van de RDW) daartoe schriftelijk verzoekt.

11.2 Niet eerder in Nederland gebruikte motorrijtuigen

Voor een gebruikt, maar nooit eerder in Nederland gebruikt, motorrijtuig waarover bpm is betaald, doet zich dezelfde situatie voor als in de vorige paragraaf.

Goedkeuring

Ik keur met toepassing van artikel 63 van de AWR (de hardheidsclausule) goed dat een ondernemer voor een gebruikte, maar nooit eerder in Nederland gebruikt, motorrijtuig het hele bedrag aan betaalde bpm kan terugkrijgen. Hierbij gelden dezelfde voorwaarden als in de vorige paragraaf. Daarnaast moet de ondernemer aantonen dat het motorrijtuig niet in Nederland is gebruikt. Dit kan hij door het overleggen van het aankoopbewijs van het ingekochte motorrijtuig. Veelal zal op dit bewijs de stand van de kilometerteller zijn vastgelegd. Dit zou een indicatie voor de (in Nederland) ongebruikte staat kunnen zijn.

Een aanwijzing dat het motorrijtuig niet in Nederland is gebruikt kan ook zijn als het tijdstip van de tenaamstelling (Deel I B), het moment van afgifte van de uitvoerverklaring van de RDW en het tijdstip waarop om afgifte van een verklaring van ongebruikte staat wordt gevraagd, op een nagenoeg gelijk moment liggen, namelijk binnen een tijdsbestek van 14 dagen.

11.3 Sloop vóór ingebruikname

Een motorrijtuig treedt niet feitelijk toe tot het Nederlandse wegennet, als het desbetreffende motorrijtuig wordt gesloopt, voordat het in gebruik wordt genomen. Voor dit motorrijtuig is echter wel bpm voldaan.

Goedkeuring

Uit praktische overwegingen keur ik met toepassing van artikel 63 van de AWR (de hardheidsclausule) goed dat in dit geval de ondernemer die het motorrijtuig heeft gesloopt, het hele bedrag aan bpm kan terugkrijgen.

Ik stel hierbij de volgende voorwaarden:

  • De teruggaaf wordt slechts verleend als de ondernemer binnen dertien weken na de inlevering van het kentekenbewijs van het motorrijtuig bij de RDW daartoe schriftelijk verzoekt.
  • De ondernemer verklaart daarin dat met het desbetreffende motorrijtuig in Nederland geen gebruik is gemaakt van de weg.
  • Het voor het motorrijtuig afgegeven kentekenbewijs is bij de RDW ingeleverd, onder vermelding dat het motorrijtuig is gesloopt.
  • Het chassisnummer of het framenummer van het motorrijtuig is leesbaar doorgehaald.
  • Bij het verzoek zit een verklaring van een voor de bpm aangewezen aangiftepunt. In deze verklaring staat dat het motorrijtuig op het moment waarop het kentekenbewijs werd ingeleverd, in ongebruikte staat verkeerde en dat is geconstateerd dat het chassisnummer of framenummer leesbaar is doorgehaald. 31

11.4 Verzoek om teruggaaf BPM bij export voor aanvang weggebruik bij huur/lease

Als een in het buitenland geregistreerd motorrijtuig in Nederland wordt gebruikt door een Nederlands ingezetene is voor de aanvang van het weggebruik in Nederland BPM verschuldigd. De BPM wordt op verzoek terug gegeven als het motorrijtuig buiten Nederland is gebracht, rekening houdend met een bedrag dat kan worden toegerekend aan het gebruik in Nederland. De wet maakt hierbij geen verschil tussen niet- zakelijke en zakelijke situaties (huur, lease) waarbij de duur van de overeenkomst en daarmee de gebruiksperiode in Nederland, vooraf kenbaar is aan de hand van de huur- of leaseovereenkomst.

Het Hof van Justitie Luxemburg heeft bij beschikking van 29 september 2010, nr. C-91/10, verklaard dat bij de berekening van de verschuldigde belasting voor een in een andere lidstaat geregistreerd en gehuurd voertuig rekening moet worden gehouden met de gebruiksduur van het Nederlandse wegennet. Daarom keur ik het volgende goed vooruitlopend op wijziging van de wettelijke bepalingen.

Goedkeuring

Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat er voor aanvang van het weggebruik in Nederland met een voor een bepaalde periode in een ander land gehuurd of geleased motorrijtuig bij de aangifte BPM direct een verzoek om teruggaaf bij export kan worden ingediend. Het verschil tussen de verschuldigde en de terug te ontvangen BPM worden met elkaar verrekend. Dit betekent dat alleen het saldo daadwerkelijk hoeft te worden betaald.

Als naderhand blijkt dat er een onjuist bedrag aan BPM is teruggegeven kan een correctie volgen. Als de periode van gebruik in Nederland langer is dan de periode waarover BPM is teruggegeven wordt een naheffingsaanslag opgelegd over het langere gebruik. Als de periode van gebruik daarentegen korter is, kan een aanvullend verzoek om teruggaaf worden ingediend. Dit verzoek wordt ambtshalve in behandeling genomen.

Ik stel hierbij de volgende voorwaarden:

  • Aan de hand van de huur- of lease overeenkomst wordt aangetoond dat er sprake is van zakelijk overeengekomen gebruik tussen het verhuurbedrijf of leasemaatschappij en een ondernemer of particulier.
  • De in de huur- of leaseovereenkomst genoemde huur- of lease periode wordt geacht de gebruiksperiode in Nederland te zijn. Deze periode beslaat maximaal 3 jaar.
  • Een verlenging van de duur van de huur- of leaseovereenkomst wordt ten minste twee weken vóór de ingangsdatum schriftelijk gemeld aan de inspecteur. In dat geval wordt de BPM over de verlengde periode nageheven zonder boete.
  • Het motorrijtuig is geregistreerd in een andere lidstaat van de Europese Unie of een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

(...)

12 Herstelbeleid

(...)

12.2 In het buitenland gekentekende motorrijtuig

Het besluit kent een aantal vrijstellingsregelingen voor het gebruik van een motorrijtuig met buitenlands kenteken door een Nederlands ingezetene. De vrijstellingen van de artikelen 2 (buitenlandse werkgever) en artikel 3 (buitenlands bedrijf) worden bij vergunning verleend en zijn persoon- en motorrijtuiggebonden. Een dergelijke vergunning is niet verplicht maar geeft belanghebbende zekerheid vooraf.

Als de omstandigheden waarvoor de vrijstelling is verleend, wijzigen, is de vergunning niet langer geldig. Dergelijke wijzigingen moeten worden doorgegeven aan de inspecteur, wat ook in de bijlage bij de vergunning staat vermeld. Het kan bijvoorbeeld gaan om vervanging van het motorrijtuig

waarvoor de vrijstelling is verleend door een ander niet in Nederland geregistreerd motorrijtuig.

Het niet hebben van een (geldige) vergunning betekent niet zonder meer dat er verschuldigdheid van bpm ontstaat als er gebruik gemaakt wordt van een motorrijtuig met een buitenlands kenteken. De inspecteur zal altijd eerst moeten onderzoeken of er in materiële zin recht op de vrijstelling bestaat. Een vergunning kan niet worden geweigerd om de enkele reden dat niet is voldaan aan een formele voorwaarde (bijvoorbeeld het aanvragen van de vergunning voor aanvang van het gebruik van de weg).


Aantekeningen

Voetnoten