Sjabloon:7/208

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

De belastingheffing van een in België gelegen vaste inrichting van een onderneming uit een verdragsstaat dient met een tweevoudig oogmerk te geschieden :

  • eensdeels, zo nauwkeurig mogelijk de winst te benaderen. die redelijkerwijze aan de vaste inrichting kan worden toegerekend met inachtneming van het beginsel van de zelfstandige onderneming, en waarvoor de overeenkomsten de heffingsbevoegdheid aan België toewijzen;
  • anderdeels, te vermijden dat tot een belastingheffing wordt overgegaan die in strijd zou zijn met het doel van de overeenkomsten, nl. het voorkomen van dubbele belasting.

De aanslagambtenaren dienen zich steeds naar dit tweevoudig oogmerk te richten en met het nodige inzicht in de overeenkomsten tewerk te gaan, ten einde conflicten met de partnerstaten over gevallen met geringe praktische draagwijdte te vermijden zonder desondanks de belangen van de Schatkist te veronachtzamen.

In deze zin dienen de aanslagambtenaren zoveel mogelijk te trachten tot een voor alle partijen aanvaardbare oplossing te komen die niet tot dubbele belastingheffing leidt. Indien het toch noodzakelijk blijkt de aan een Belgische vaste inrichting toe te rekenen winst te verhogen kan, tenzij in belangrijke gevallen, worden nagegaan of er niet kan worden mee volstaan, de onderneming hierop te wijzen met het oog op de regeling van haar fiscale toestand over de volgende belastbare tijdperken.