4/03

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Tekst regeling

De personen die als inwoner van een verdragsstaat aanspraken doen gelden op vrijstelling of vermindering van Belgische belastingen bij toepassing van de met die staat gesloten overeenkomst, dienen het bewijs te leveren dat zij hun fiscale woonplaats in de zin van de overeenkomst in de betrokken staat hebben, en dat aan de eventuele andere voorwaarden dienaangaande (bv. dat de betrokkene ter zake van zijn inkomsten van Belgische afkomst in de woonplaatsstaat aan belasting onderworpen is) voldaan is.

Het bewijs van de fiscale woonplaats moet in beginsel aan de hand van een verklaring van de bevoegde autoriteit van de betrokken partnerstaat geleverd worden. Ingeval deze autoriteit geen dergelijke verklaringen aflevert, mag dit bewijs verstrekt worden door middel van elk ander bewijskrachtig gegeven, zoals een getuigschrift van het gemeentebestuur, een fotocopie van de identiteitskaart, enz.

Gelet op bepaalde bijzonderheden in de ov. Met Zwitserland (zie 4/131) moet het bewijs dat een persoon inwoner is van Zwitserland in de zin van de overeenkomst steeds worden verstrekt aan de hand van een verklaring van de Zwitserse bevoegde belastingautoriteit waarbij deze bevestigt dat de persoon in kwestie een inwoner is van Zwitserland in de zin van art. 4 van de ov. en dat hij de uiteindelijk gerechtigde tot de desbetreffende inkomsten is. Indien de uiteindelijk gerechtigde een natuurlijke persoon is moet worden bevestigd dat hij onderworpen is aan alle Zwitserse belastingen die in de regel verschuldigd zijn ter zake van alle inkomsten die in de regel overeenkomstig de Zwitserse belastingwetgeving belastbaar zijn en die uit België afkomstig zijn.

Met betrekking tot inkomsten die aan voorheffing. onderworpen zijn, mogen de schuldenaars slechts op dezelfde voorwaarden van de storting bij de bron afzien. Het vereiste bewijs moet normaal bij de toekenning of betaling van de inkomsten in het bezit van de schuldenaar zijn. Voor periodiek belastbare inkomsten moet het echter slechts bij de allereerste vervaldag, en vervolgens bij de laatste vervaldag van elk jaar overgelegd worden. De schuldenaars dienen de bewijsstukken te voegen bij de documenten (opgaven 325, enz.) die zij voor de controle van hun verplichtingen inzake voorheffing moeten aanleggen.

Betreft het bepaalde soorten inkomsten, vnl. dividenden, interesten, royalty's en bezoldigingen van grensarbeiders, waarvoor bijzondere formulieren in gebruik zijn, dan volgt het bewijs van de fiscale woonplaats, zomede het bewijs dat aan de eventuele andere voorwaarden voldaan is, uit de in het formulier te verstrekken verklaringen van de daartoe bevoegde ambtenaren.


Aantekeningen