5/00

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Tekst regeling

OESO-model 1963 artikel 5

1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting waarin de onderneming haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uitoefent .

2. De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder :

1* een plaats waar leiding wordt gegeven;

2* een filiaal;

3* een kantoor;

4* een fabriek;

5* een werkplaats;

6* een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;

7*de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructiewerkzaamheden waarvan de duur twaalf maanden overschrijdt.

3. Een vaste inrichting wordt niet aanwezig geacht indien :

1* gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen;

2*een aan de onderneming toebehorende goederenvoorraad wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering;

3* een aan de onderneming toebehorende goederenvoorraad wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming;

4* een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen;

5* een vaste bedrijfsinrichting ten behoeve van de onderneming wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden, voor het geven van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek of voor soortgelijke werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben.

4. Een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van paragraaf 5 die in een overeenkomstsluitende Staat voor een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat werkzaam is, wordt als een in de eerstbedoelde Staat aanwezige vaste inrichting van de onderneming beschouwd, indien hij in die Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten. af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming.

5. Een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat wordt niet geacht een vaste inrichting in de andere overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen.

6. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die verblijfhouder is van een overeenkomstsluitende Staat, een vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die verblijfhouder is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting hetzij op andere wijze), stempelt een van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

OESO-modellen 1977 en 1992 artikel 5

1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de. uitdrukking "vaste inrichting" een vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend.

2. De uitdrukking "vaste inrichting" omvat in het bijzonder :

a) een plaats waar leiding wordt gegeven;

b) een filiaal;

c) een kantoor;

d) een fabriek

e) een werkplaats

f) en een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen.

3. De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van

4. constructiewerkzaamheden is slechts dan een vaste inrichting indien de duur daarvan twaalf maanden overschrijdt. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van di t artikel wordt een vaste inrichting niet aanwezig geacht indien :

a) gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen;

b) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering;

c) een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming;

d) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen;

e) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming, andere werkzaamheden die van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben, te verrichten;

f) een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om verscheidene van de in de leden a) tot e) vermelde werkzaamheden te verrichten, op voorwaarde dat het geheel van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheden heeft.

5. Indien een persoon -niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger op wie paragraaf 6 van toepassing is voor een onderneming werkzaam is en in een overeenkomstsluitende Staat een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht aldaar gewoonlijk uitoefent, wordt die onderneming, niettegenstaande de bepalingen van de paragrafen 1 en 2, geacht een vaste inrichting in die Staat te hebben voor alle werkzaamheden welke deze persoon voor de onderneming verricht, tenzij de werkzaamheden van die persoon beperkt blijven tot de in paragraaf 4 vermelde werkzaamheden die, indien zij met behulp van een vaste bedrijfsinrichting zouden worden verricht, die vaste bedrijfsinrichting niet tot een vaste inrichting zouden stempelen ingevolge de bepalingen van die paragraaf.

6. Een onderneming wordt niet geacht een vaste inrichting in een overeenkomstsluitende Staat te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door middel van een makelaar, een algemeen commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, op voorwaarde dat deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen.

7. De enkele omstandigheid dat een vennootschap die. inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, ee. vennootschap beheerst of door een vennootschap wordt beheerst, die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat of die in die andere Staat zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt één van beide vennootschappen niet tot een vaste inrichting van de andere.

Teksten

  • Overeenkomsten volgens de OESO-modellen :

Australië, Brazilië, Bulgarije, Canada, China, Denemarken, Duitsland, Filippijnen, Finland, Griekenland, Hongarije, India, Indonesië, Ierland, Israël, Italië, Ivoorkust, Japan, ex-Joegoslavië, Korea, Luxemburg, Maleisië, Malta, Marokko, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Pakistan, Polen, Portugal, Roemenië, Senegal, Singapore, Spanje, Sri Lanka, Thaïland, ex-Tsjechoslowakije, Tunesië, Turkije, ex-USSR, Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland: art. 5.

  • Aanvullende bepalingen Duitsland, protocol nr Griekenland, protocol nr 1; Japan, protocol nr Noorwegen, art. 21; Turkije, protocol nr Verenigd Koninkrijk, art. 21.
  • Andere overeenkomst :

Frankrijk: art. 4, §§ 3 tot 9 en bijgevoegde brieven.


Aantekeningen