5/218

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Tekst regeling

Het tijdscriterium sub 5/216 dient per afzonderlijk bouw- of constructiewerk te worden toegepast.

Bouw- of constructiewerken, die door een onderneming op verschillende plaatsen of in verschillende tijden worden uitgevoerd, moeten dus niet samen in aanmerking worden genomen om de tijdsduur te berekenen, indien tussen deze werken geen onderlinge band bestaat.

In een toepassingsgeval van de ov. met Nederland heeft het Hof van Cassatie beslist dat bouwwerken die op verschillende plaatsen in België worden uitgevoerd en als enige land hebben dat hetzelfde personeel tewerk wordt gesteld en de werken vanuit hetzelfde adres -waar geen leiding wordt gegeven- worden uitgevoerd, voor de toetsing aan de minimumduur niet als een enkel bouwwerk worden beschouwd (Cass. 24.5.1991, Aarts D., Bulletin der Belastingen nr 721, blz. 2992 e.v.). '

Afzonderlijke werken moeten als een eenheid beschouwd en samen in aanmerking worden genomen, indien zij uit commercieel en geografisch oogpunt een samenhangend geheel vormen; daarbij is van geen belang, dat de werken ingevolge verschillende overeenkomsten of voor verschillende opdrachtgevers worden uitgevoerd (bv. werken aan een rij huizen die aan verschillende eigenaars toebehoren; werken die in het kader van een groter geheel zoals de bouw van een fabriek, deels voor de bouwheer en deels in onderaanneming voor de hoofdaannemer worden uitgevoerd) .

De aard zelf van een bouwproject kan meebrengen dat de aannemer verplicht is zijn bouwplaats voortdurend of periodiek te verplaatsen naarmate de werken vorderen, bv. Bij de aanleg van een weg of een kanaal, bij baggerwerken in een rivier, bij de plaatsing van pijpleidingen, bij de herstelling van elektriciteitsleidingen, enz. In zulk geval heeft het geen belang dat het met de werken belaste personeel niet gedurende de hele vereiste tijdsduur op een bepaalde bouwplaats aanwezig is geweest. De verrichtingen op iedere bouwplaats maken immers deel uit van een enkel project, dat als een geheel moet worden beschouwd.

Aldus zijn als een commercieel en geografisch geheel beschouwd, werken in verschillende stations van eenzelfde metronet, waarbij o.m. is vastgesteld:

  • dat de werken niet ingevolge verschillende bestellingen per station werden uitgevoerd, doch dat elke bestelling op verschillende stations betrekking had;
  • dat de vorderingsstaten en facturen niet per station, doch per bestelling werden opgemaakt;
  • dat werkploegen vaak het ene naar het andere station werden overgeplaatst .


Aantekeningen