5/402

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Tekst regeling

In de overeenkomsten wordt een "vaste inrichting" in de persoon van een niet-zelfstandige vertegenwoordiger -menselijke factor van de vaste inrichting- aanwezig geacht indien een dergelijke vertegenwoordiger in de staat, waar hij werkzaam is, een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten en dit recht in die staat gewoonlijk uitoefent, tenzij zijn werkzaamheden beperkt blijven tot de aankoop van goederen voor de onderneming of tot (ov. met Hongarije, Ivoorkust, Senegal, Sri Lanka, Turkije, ex-USSR en Zwitserland) werkzaamheden die geen ontstaan geven aan een vaste inrichting (zie afd. 3).

Anders dan volgens de interne wetgeving (1) moet. de niet-zelfstandige vertegenwoordiger dus in de eerste plaats een machtiging bezitten om namens de onderneming overeenkomsten af te sluiten met betrekking tot de eigenlijke werkzaamheden van die onderneming.

Deze machtiging hoeft niet algemeen te zijn; het is voldoende dat de vertegenwoordiger de onderneming in een of ander opzicht kan verbinden, al was het in beperkte mate. Dit is bv. ook het geval :

  • indien de vertegenwoordiger gehouden is te leveren tegen prijzen en op voorwaarden die door de onderneming, welke hij vertegenwoordigt, zijn vastgesteld, mits hij gemachtigd is om het verkoopcontract namens de onderneming te ondertekenen;
  • indien de vertegenwoordiger over alle onderdelen en details van een contract mag onderhandelen en zodoende de onderneming verbindt, ook al wordt het contract door een andere persoon namens de onderneming ondertekend.

Bezit de vertegenwoordiger geen dergelijke machtiging, dan wordt hij, behoudens de uitdrukkelijk genoemde uitzonderingen (zie 5/405), niet als een vaste inrichting beschouwd.

(1) Ingevolge art. 229, § 2, WIB 92 wordt een Belgische inrichting aanwezig geacht zelfs wanneer de vertegenwoordiger geen machtiging bezit om namens de niet-inwoner overeenkomsten te sluiten.


Aantekeningen