Aanvullende gemeentebelasting

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Wetgeving

HOOFDSTUK II. - Aanvullende belastingen.[1]


Art. 465.

In afwijking van artikel 464, mogen de agglomeraties en de gemeenten een aanvullende belasting vestigen op de personenbelasting met uitzondering van de heffing bedoeld in artikel 174/1.


Art. 466.

De aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting en de aanvullende agglomeratiebelasting op de personenbelasting worden berekend op de rijksbelasting, dit wil zeggen op de personenbelasting vastgesteld:
  • vóór verrekening van de in de artikelen 134, § 3, en 156bis, bedoelde belastingkredieten, van de in de artikelen 157 tot 168 en 175 tot 177 bedoelde voorafbetalingen en van de voorheffingen, het forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting en de belastingkredieten vermeld in de artikelen 277 tot 296;
  • vóór de toepassing van de in de artikelen 157 tot 168 vermelde vermeerderingen, van de in de artikelen 175 tot 177 vermelde bonificatie en van de belastingverhogingen vermeld in artikel 444.
Het overeenkomstig het eerste lid vastgestelde bedrag wordt evenwel verminderd met het gedeelte van de belasting dat betrekking heeft op de roerende inkomsten bedoeld in artikel 17, § 1, 1° en 2° :
  • die voortkomen uit beleggingen en investeringen gedaan in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte;
  • die worden geïnd of ontvangen in het buitenland zonder de tussenkomst van een in België gevestigde tussenpersoon;
  • die geen beroepskarakter hebben; en
  • die ingevolge artikel 171 werkelijk afzonderlijk worden belast.


Art. 466bis.

Wanneer een rijksinwoner beroepsinkomsten uit het buitenland verkrijgt die krachtens een internationale overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting in België van personenbelasting zijn vrijgesteld, worden de in artikel 466 bedoelde aanvullende gemeentebelasting en aanvullende agglomeratiebelasting desalniettemin, voor zover de internationale overeenkomst zulks toelaat, berekend op de rijksbelasting die vastgesteld zou zijn indien de beroepsinkomsten in kwestie uit bronnen in België zouden zijn verkregen.


Art. 467.

De aanvullende belasting op de personenbelasting wordt door de gemeente of door de agglomeratie geheven ten laste van de rijksinwoners die respectievelijk belastbaar zijn in die gemeente of in de gemeenten die deel uitmaken van die agglomeratie.


Art. 468.

De aanvullende belasting wordt voor alle belastingplichtigen van eenzelfde agglomeratie of gemeente vastgesteld op een eenvormig percentage van de berekeningsgrondslag vastgesteld overeenkomstig de artikelen 466 en 466bis.
Wanneer dat percentage een breukgedeelte omvat, moet dat breukgedeelte tot één decimaal worden beperkt; dat percentage mag niet hoger liggen dan 1 pct. als de belasting wordt geheven door een agglomeratie.
Op de aanvullende belasting mag geen vermindering, vrijstelling of uitzondering worden toegepast.


Art. 469.

De vestiging en de inning van de aanvullende belastingen worden toevertrouwd aan de administratie der directe belastingen, onder de voorwaarden en volgens de regelen die de Koning bepaalt.
Die aanvullende belastingen worden bij wijze van bedrijfsvoorheffing of voorafbetalingen geïnd alsof het totale tarief van deze belastingen eenvormig op 6 pct. was vastgesteld.
Voor zover hiervan niet wordt afgeweken, zijn de bepalingen van titel VII van dit Wetboek op de belastingen van toepassing.


Art. 470.

Op het bedrag van de in de artikelen 465 tot 469 bedoelde aanvullende belastingen wordt een (korting van 1 %) ingehouden voor de terugbetaling van de administratiekosten aan de Schatkist.


Historie

Wet van 13 december 2002. - Wet tot invoeging van artikel <466bis> in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot regeling van de toepassing van artikel 244bis van hetzelfde wetboek op de inwoners van Nederland[2]

Art. 1.

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.


Art. 2. In het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt een artikel 466bis ingevoegd, dat luidt als volgt:

« Art. 466bis . Wanneer een rijksinwoner beroepsinkomsten uit het buitenland verkrijgt die krachtens een internationale overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting in België van personenbelasting zijn vrijgesteld, worden de in artikel 466 bedoelde aanvullende gemeentebelasting en aanvullende agglomeratiebelasting desalniettemin, voor zover de internationale overeenkomst zulks toelaat, berekend op de personenbelasting die verschuldigd zou zijn in België indien de beroepsinkomsten in kwestie uit bronnen in België zouden zijn verkregen. » .


Art. 3.

Artikel 244bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 is van toepassing op de inwoners van Nederland, bedoeld in artikel 26, paragraaf 2, van het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen dat op 5 juni 2001 werd ondertekend.


(Dubbel)belastingverdrag

Bij Randnummer 24 van Protocol I bij het dubbelbelastingverdrag is afgesproken dat België een aanvullende Gemeentebelasting mag heffen.


Heffing over roerende inkomsten van buitenlandse oorsprong

  • Op 13 november 2009 antwoordde de minister van Financiën op de vraag nr. 421 van de heer volksvertegenwoordiger Raf Terwingen van 21 april 2009[3]:
"De verhoging met gemeentelijke opcentiemen heeft tot gevolg dat roerende inkomsten die in de andere lidstaten worden geïnd in België iets hoger worden belast dan dezelfde roerende inkomsten die via een Belgische tussenpersoon worden geïnd.
De Europese Commissie heeft aan België laten weten dat die situatie een belemmering zou kunnen vormen voor één van de vrijheden gewaarborgd door het EG Verdrag. Naar aanleiding daarvan heeft België aan de Europese Commissie geantwoord dat roerende inkomsten die in het buitenland worden geïnd, aan de Belgische personenbelasting worden onderworpen gemiddeld twee jaar na de datum van inning terwijl roerende inkomsten die in België worden geïnd aan de bevrijdende roerende voorheffing worden onderworpen op het ogenblik van inning. Belastingplichtigen die roerende inkomsten in België innen, ondervinden dus een winstderving die de Europese Commissie gewoonlijk als cashflow nadeel aanmerkt. In geval van inning in België compenseert de niet-inhouding van opcentiemen dus min of meer het cashflow nadeel ontstaan ingevolge de vervroegde betaling van belasting in de vorm van roerende voorheffing.
(...)
Artikel 2.2.f. van het Benelux-verdrag verbiedt België om Nederlandse (en Luxemburgse) onderdanen zwaarder te belasten dan Belgische onderdanen. Voor inwoners van België zou de heffing van gemeentelijke opcentiemen op roerende inkomsten geïnd in Nederland (of in Luxemburg) op het eerste zicht beschouwd kunnen worden als een indirecte manier om Nederlandse (of Luxemburgse) onderdanen zwaarder te belasten. Laatstgenoemden zijn inderdaad meer in staat om inkomsten te innen in hun land van oorsprong dan Belgische onderdanen. Zoals ik hierboven heb uitgelegd, ben ik echter van mening dat de belastingheffing van roerende inkomsten die in het buitenland worden geïnd, in werkelijkheid niet hoger is dan de belasting op roerende inkomsten die in België worden geïnd."


Tarieven


Jurisprudentie

Europa

  • Dijkman: geen aanvullende gemeentebelasting over buitenlands dividend en rente.


Nederland

  • Hoge Raad, 12 juli 2013, nr. 12/00517: De omstandigheid dat ’vestiging en de inning’ (van de aanvullende belastingen) worden toevertrouwd aan de administratie der directe belastingen brengt niet mee dat de aanvullende gemeentebelasting door de staat België wordt geheven.
  • Hoge Raad, 5 maart 2010, nr. 08/03099 en Hoge Raad, 5 maart 2010, nr. 08/03102: Het gegeven dat België aanvullende gemeentebelasting heft maakt niet dat Nederland hiervoor een 'voorkoming' moet verlenen. "De dubbele belasting die zich in het onderhavige geval voordoet is het gevolg van de parallelle uitoefening van belastingbevoegdheid door Nederland en België." (r.o. 3.3.)
Zie voor vrijwel identieke zaken: Rb. Breda, 22-1-2007, LJN:AZ9067 en LJN:AZ9069


België


Beleid

België


Externe links


Voetnoten