Briefwisseling

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Nr. I

Excellentie,

Ik heb de eer te verwijzen naar het op 5 juni 2001 getekende Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen (hierna te noemen: het Verdrag) en namens de regering van het Koninkrijk der Nederlanden het volgende voor te stellen:

In de loop van de onderhandelingen die hebben geleid tot het sluiten van het heden ondertekende Verdrag hebben de onderhandelaars een gemeenschappelijke overeenstemming bereikt en opgesteld over de verhouding tussen de conclusies van de Raad van 1 december 1997 inzake het belastingbeleid (98/C 2/01) en het Verdrag.

In de conclusies van de Raad van 1 december 1997 wordt voorzien in een pakket van maatregelen bestaande uit een gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen, een richtlijn voor de belasting op inkomsten uit spaartegoeden en een voorstel voor bronheffing op grensoverschrijdende uitkeringen van interest en royalty's tussen bedrijven.

In het protocol bij het Verdrag is een voorziening opgenomen voor de samenloop van de bepalingen van het Verdrag met de in de conclusies opgenomen voorstellen voor een richtlijn inzake de belasting op inkomsten uit spaartegoeden en een richtlijn voor bronheffing op grensoverschrijdende uitkering van interest en royalty's.

Het verdrag onderscheidenlijk het protocol bevat geen verwijzing naar de gedragscode. De gedragscode betreft een op Europees niveau gecoördineerde actie ter bestrijding van schadelijke fiscale concurrentie om bij te dragen tot de verwezenlijking van Europese doelstellingen. De uitvoering van deze aanbeveling van de Raad bijeen zal met erkenning van de positieve effecten van eerlijke concurrentie en van de noodzaak om het internationale concurrentievermogen van de Europese Unie en de lidstaten te waarborgen in beginsel moeten leiden tot een oplossing op gemeenschapsniveau.

Indien in het kader van de resolutie van 1 december 1997 van de Ecofinraad op communautair niveau uitvoering wordt gegeven aan de conclusies van de Raad zullen de verdragsluitende Staten in gezamenlijk overleg bezien of en zo ja in welke mate, met het oog op het scheppen van voorwaarden voor eerlijke concurrentie binnen de Europese Unie, het Verdrag daaraan dienstbaar kan zijn, dan wel kan worden gemaakt.

Gelief, Excellentie, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting wel te willen aanvaarden.

(w.g.) W. J. BOS


Nr. II

Excellentie,

Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van uw Nota van heden die als volgt luidt:

[Red: (zoals in Nr. I)]

Ik heb de eer u mede te delen dat mijn Regering met het vorenstaande akkoord gaat.

Gelief, Excellentie, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting wel te willen aanvaarden.

(w.g.) D. REYNDERS


Nr. III

Intentiebrief

Ik heb de eer te verwijzen naar het op 5 juni 2001 getekende verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen (hierna te noemen: het Verdrag) en namens de regering van het Koninkrijk België het volgende mede te delen:

Tijdens de onderhandelingen die hebben geleid tot het sluiten van het heden ondertekende verdrag is de territoriale werkingssfeer van het Verdrag wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden ter sprake gekomen. Het Verdrag geldt alleen voor Nederland.

Het Verdrag bevat op verzoek van België geen bepaling inzake de zogenoemde territoriale uitbreiding van het Verdrag tot de andere landen van het Koninkrijk. Wel wordt van de zijde van België de bereidheid uitgesproken om, nadat de Nederlandse Antillen en/of Aruba een stelsel van belasting hebben geïntroduceerd dat in overeenstemming is met internationaal aanvaarde fiscale beginselen (de zogenoemde OESO-normen) en het beleid ter uitvoering van de wet eveneens in overeenstemming is met deze beginselen, desgewenst met deze landen besprekingen aan te gaan over de mogelijkheid tot het sluiten van een bilateraal verdrag ter vermijding van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting.

Gelief, Excellentie, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting wel te willen aanvaarden.

(w.g.) D. REYNDERS