Preambule Benelux-verdrag

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Tekst

Het Koninkrijk België,

Vertegenwoordigd door:

de Federale Regering,

de Vlaamse Regering,

de Franse Gemeenschapsregering,

de Waalse Regering,

de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,

de Duitstalige Gemeenschapsregering

Het Groothertogdom Luxemburg,

Het Koninkrijk der Nederlanden,

Overwegende dat zij, in het verlengde van de op 5 september 1944 te Londen ondertekende Nederlandsch-Belgisch-Luxemburgsche Douane-overeenkomst, op 3 februari 1958 het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie hebben gesloten;

Overwegende dat het Verdrag van 3 februari 1958 op 16 maart 1971, op 26 januari 1976 en op 16 februari 1990 is gewijzigd;

Overwegende dat het Benelux comité van ministers op 20 november 1995 op basis van het rapport van een comité van wijzen de taakstelling van de Benelux Economische Unie heeft aangepast;

Voorts overwegende dat artikel 99, eerste lid, van het Verdrag van 3 februari 1958 stelt, dat dit voor een tijdvak van vijftig jaar is gesloten, welk tijdvak een einde neemt op 31 oktober 2010;

Verwijzend naar de Overeenkomst nopens de instelling van een Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad van 5 november 1955 en het Protocol tot aanvulling van deze Overeenkomst van 3 februari 1958, alsmede naar het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof van 31 maart 1965 en nadere verdragen ter wijziging en uitvoering daarvan;

Vaststellend dat zij, in het kader van de Benelux Economische Unie, op basis van het Verdrag van 3 februari 1958 en in de praktijk een dynamische invulling hebben gegeven aan hun onderlinge samenwerking in een zich wijzigende internationale context, waaronder de toenemende integratie binnen de Europese Unie;

Vaststellend dat zij op basis van hun onderlinge samenwerking met succes initiatieven hebben ontplooid, die hebben bijgedragen aan ontwikkelingen in internationaal verband en met name binnen de Europese Unie;

Vaststellend dat, ingevolge artikel 306 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en artikel 202 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, de bepalingen van deze Verdragen geen beletsel vormen voor het bestaan en de voltooiing van een regionale unie tussen België, Luxemburg en Nederland, voor zover de doelstellingen van deze unie niet bereikt zijn door toepassing van de bedoelde Verdragen;

Handelend vanuit het vaste voornemen hun samenwerking in de grensgebieden op velerlei terrein te verdiepen en te versterken;

Vaststellend dat het Koninkrijk België een federale staatsstructuur heeft aangenomen;

Aldus wensende hun onderlinge samenwerking voort te zetten en uit te breiden en daartoe een verdragsbasis te scheppen die op proactieve wijze kan worden ingevuld;

Wensende, na de samenwerking in de Douane-Unie en in het verlengde van de Benelux Economische Unie, hun samenwerking in een ruimer verband voort te zetten in de Benelux Unie,

Komen overeen het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958 als volgt te herzien:


Aantekeningen