Rechtbank Antwerpen, 5 maart 2012, A.R. 10/4405/A en A.R. 11/863/A

Uit NeBelEx Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Rechtbank Antwerpen, 5 maart 2012, A.R. 10/4405/A en A.R. 11/863/A[1]

Uitspraak

VONNIS gewezen en uitgesproken in het gerechtsgebouw te Antwerpen op vijf maart tweeduizend en twaalf in openbare zitting van de vierde F kamer van de rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, waar zetelden:

  • L. Boeynaems, rechter,
  • M. Van Eylen, griffier,


Inzake

A.R. nr. 10-4405-A en A.R. nr. 11-863-A


W.H.,
gepensioneerde, wonende te 2000 Antwerpen, (...).
EISENDE PARTIJ
persoonlijk aanwezig ter zitting.

tegen:

de Belgische Staat,
Federale Overheidsdienst Financiën, Administratie der Directe Belastingen, Gewestelijke Directie Antwerpen I, vertegenwoordigd door de Gewestelijk Directeur der Directe Belastingen Antwerpen I, wiens kantoren gevestigd zijn te 2000 Antwerpen, Italiëlei 4 bus 2.
VERWERENDE PARTIJ
verschijnende bij de heer L.D., in hoedanigheid van eerst aanwezend verificateur.


Gezien de stukken in het dossier van de rechtspleging, onder meer inzake AR. nr. 10-4405-A:

  • het verzoekschrift neergelegd ter griffie op 28 juni 2010,
  • de beschikking verleend overeenkomstig artikel 747, §1 van het Gerechtelijk Wetboek op 24 september 2010,
  • de conclusies en stukken van partijen,

en inzake A.R. nr. 11-863-A:

  • het verzoekschrift neergelegd ter griffie op 08 februari 2011 ,
  • de beschikking verleend overeenkomstig artikel 747, §1 van het Gerechtelijk Wetboek op 18 maart 2011 ,
  • de conclusies en stukken van partijen.

Gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik van talen in gerechtszaken.

Gehoord partijen in hun middelen en gezegden ter zitting van 06 februari 2012.


Eiser en echtgenote deden tijdig geldig aangifte in de personenbelasting voor aanslagjaren 2009 en 2010, over aldus inkomstenjaren 2008 en 2009.

Telkens werd aanslag gevestigd conform de aangifte.

(Alleen) eiser diende telkens tijdig bezwaar in.

Hij verzocht daarin om vrijstelling van Nederlandse AOW-inkomsten.

Technisch komt dit neer op verwijdering van deze aangegeven inkomsten uit code 1228-33.

Voor aanslagjaar 2008 gaat het om 17.257,00 EUR AOW.

Voor aanslagjaar 2009 gaat het om 17.699,00 EUR AOW.


Een gedelegeerd ambtenaar nam afzonderlijke maar gelijklopende directeurs beslissingen.

De ene dateert van 3 juni 2010, de andere van 3 februari 2011.

In beide gevallen werd de grief ten gronde afgewezen.

Eiser legde ter griffie verzoekschriften op tegenspraak neer.

Daaraan is telkens afschrift van de betrokken beslissing gehecht.

Dit leidde tot A.R.10/4405/A respectievelijk A.R.11/863/A.


Vanuit wat voorafgaat past het de zaken samen te voegen uit oorzaak van samenhang.


Toelaatbaarheid der rechtsvorderingen staat niet in betwisting, ook niet desnoods ambtshalve aan te voeren.


Ten gronde

  • [Niet in betwisting staat dat de heffingbevoegdheid ter zake aan België toekomt.]
  • Eiser heeft in Nederland gewerkt en bijdragen betaald onder de AOW.
  • Deze bijdragen hebben betrekking op zijn beroepswerkzaamheid.
  • Daardoor is art. 34 § 1 1° WIB92 te dezen van toepassing.
  • Het gegeven dat AOW (ook) een systeem van solidariteit impliceert, verandert daaraan niets.


Om die redenen

De rechtbank,

  • Recht doende op tegenspraak.
  • Alle andere en strijdige conclusies verwerpend.


  • Voegt de zaken onder A.R.10/4405/A en A.R.11/863/A samen en beoordeelt ze in een en het zelfde vonnis,
  • Verklaart beide rechtsvordering toelaatbaar, maar ongegrond,
  • Veroordeelt eiser in beide zaken tot de kosten,
  • Vereffent de kosten in hoofde van verweerder niet, dit bij gebrek aan opgave en begroting van eigen kosten in conclusie.


M. Van Eylen

L. Boeynaems


Aantekeningen

Zie ook



Voetnoten

  1. Voor zover bekend niet elders gepubliceerd.